Vlaams-Brabant: genieten in het hart van Vlaanderen
15367
post-template-default,single,single-post,postid-15367,single-format-standard,bridge-core-3.1.2,qode-page-transition-enabled,ajax_fade,page_not_loaded,,qode-child-theme-ver-1.0.0,qode-theme-ver-30.1,qode-theme-bridge,qode_header_in_grid,wpb-js-composer js-comp-ver-7.1,vc_responsive
 

Vlaams-Brabant: genieten in het hart van Vlaanderen

Vlaams-Brabant: genieten in het hart van Vlaanderen

Hij wist het al langer, Hertog Jan I van Brabant, dat het in zijn hertogdom goed leven was. Net als de hertog – minnezanger zelf ben ook ik ‘eens meien morghens vroeghe upgestaen’ om een stukje van zijn Brabant, weliswaar bijna 800 jaar later, te gaan verkennen. Van toerisme had de poëtisch gestemde bard nog nooit gehoord, maar ook hij zou ongetwijfeld levensgenietend door de Groene Gordel rond Brussel, de universiteitsstad Leuven en het Hageland getrokken zijn, de drie toeristische regio’s waarmee toerisme Vlaams-Brabant de bezoekers van vandaag lokt. Moeilijk kan dat niet zijn want de provincie beschikt over een ongemeen rijk historisch erfgoed. Een keuze drong zich bijgevolg op. Dat werd een bonte mix van natuur, cultuur, wandelen, fietsen en bourgondisch genieten.

Het Vinne in Zoutleeuw: uniek natuurgebied

Knuppelpaadjes in het Vinne

Knuppelpaadjes in het Vinne

Met veelvouden van ‘petoeke-petoeks’ en ‘pfiew-pfiews’ word ik door het vrolijke vogelvolkje in het Vinne in de ochtend begroet. Als ik later in de vogelkijkhut de waslijst zie van al die gevederde vrienden die hier schetterend door het gebladerte zoeven, kamikazerige scheervluchten uitvoeren over het meer of kwakend baantjes trekken op het water, merk ik dat ik door een bijzonder rijke en gevarieerde biotoop struin. Smienten en futen, eenden en meeuwen, nijlganzen, witgatjes en kleine plevieren: ze hebben het hier in het uitbundige groen aan het meer best naar hun zin. Kennelijk is niet iedere bewoner van dit reservaat op bezoek gesteld, want ik word een tijdlang belaagd door een arrogante kokmeeuw. Keppet-op-u, keppet-op-u, klinkt het schril uit haar brutale bek, maar als ik gebaar dat ik met vreedzame bedoelingen kom, kiest ze uiteindelijk voor een free ticket to the sky. Ik loop langs het hoge riet en de moerasplanten nog een eindje over vlonder-en knuppelpaadjes die overvloedig met grijswitte stippels besprenkeld zijn: de openluchttoiletten van de gevederde luchtmacht. Als ik na de wandeling rond het meer bij een hoge uitkijktoren kom, speel ik luistervinkje bij een monitor die een groepje schoolkinderen wegwijs maakt in de wereld van vergeten groenten, kruiden en planten. In het bezoekerscentrum krijg ik mee dat het Vinne het grootste natuurlijke meer van Vlaanderen zou zijn en in dit ven of veengebied werd al vanaf de 13de eeuw turf afgegraven. Vandaar de naam ook. Die putten, sommige tot 4 m diep, stonden meestal onder water totdat ze in het midden van de 19de eeuw werden drooggelegd en gedeeltelijk voor landbouw vrijgegeven. Een luciferfabriek kocht het gebied in 1930 aan en beplantte het met populieren, maar toen die sector later niet rendabel meer leek, moest er een andere bestemming voor gevonden worden. In 1974 kocht de provincie Brabant het gebied aan, kapte de populieren en herstelde het gecontroleerd tot wat het nu is: een domein voor natuurgerichte educatie. Sinds enkele jaren strijken hier weer vogels neer waarvan ze dachten dat die al 100 jaar verdwenen waren. Ook vele soorten libellen, vleermuizen en spinnen hebben hier een nieuwe habitat gevonden. In de speeltuin zijn inmiddels heel wat speelvogels neergestreken terwijl de mama’s vanop het terras van de cafetaria hun gebroed met sperwersblik in de gaten houden.

Zoutleeuw: kleinood aan de Kleine Gete

Zoutleeuw met stadhuis, Lakenhalle en Vleeschhuis

Zoutleeuw met stadhuis, Lakenhalle en Vleeschhuis

Van het Vinne is het maar een boogscheut tot downtown Zoutleeuw. Vlaggen wapperen krijgshaftig aan de pui van het statige laatgotische stadhuis en de imposante Halle, ooit Vleeshuys en later ook Lakenhalle. In de hoge toren van de gotische Sint-Leonarduskerk kleppen triomfantelijk de klokken. De middeleeuwen zijn plotseling erg nabij, zeker als gids Ward van wal steekt en een blik geschiedenis opentrekt. Zoutleeuw was een van de zeven Goede of Vrije Steden van het hertogdom Brabant en een machtige stad in het bezit van vele privileges. Het was vooral de lakenindustrie, samen met de zouthandel over de destijds bevaarbare Kleine Gete, die van het strategisch gelegen Zoutleeuw een welvarende stad maakte. Bovendien passeerde hier de handelsroute Brugge – Keulen en rondreizende handelaars, ook uit Italië, vonden de haven geschikt als overslagplaats. Dat was 500 jaar geleden, maar als Ward me in het prachtige stadhuis rondleidt en aan de hand van stambomen van rijke Leeuwse handelaarsfamilies, wapenschilden, spreuken, schilderijen, oorkonden van schuttersgilden en rederijkerskamers het verleden weer oproept, wordt het belang van de stad overduidelijk. Engelse concurrentie met het ‘Leeuwse laken’ en calamiteiten zoals branden en pest waren nefast voor ‘Leeuw’ dat tot de 16 eeuw die naam droeg. Leeuw verwijst naar het Germaanse woord ‘heuvel’ waarrond het stadje zich ontwikkelde. ‘En dan heb je onze kerk nog niet gezien’, wandelt mijn ‘encyclopedie’ enthousiast verder, terwijl we langs De Spieghel, een bakstenen juweeltje in Brabantse renaissance, voorbijlopen. Ik moet er van mijn gids nog een dubbele stadsomwalling bij denken, die de stad tegen invallen uit het naburige prinsbisdom Luik moest verdedigen. De kerk lijkt me eerder een kathedraal en valt veel te groot uit voor een bescheiden dorp met pakweg 3000 zielen. Driehonderd jaar, weliswaar met pauzes, hebben de Leeuwenaars eraan gebouwd, van de 13de tot de 16de eeuw, en het interieur barst van de kunst. Dat komt voornamelijk doordat ze gespaard bleef van de beeldenstormers in de 16de eeuw maar ook tijdens de Franse Revolutie ontsnapte ze aan vernieling en brandschatting. Het rijke religieuze erfgoed bleef intact. Vandaar dat de kerk ook weleens het ‘kunstschrijn’ van Brabant wordt genoemd. Naast een 70-tal kunstschatten waaronder retabels, een romaans Christusbeeld, een schitterende paaskandelaar en een Mariabeeld met twee gezichten is de 18 m hoge sacramentstoren uit 1551 van Floris Cornelis De Vriend een unicum. Sinds 1999 staat deze kerk met haar torens op de werelderfgoedlijst van de Unesco. Bij een ‘Dorreke’, een plaatselijk bier, klinken we op ‘roosterheilige’ Laurentius, patroon van koks en barbecue-adepten, én op de Trapliggers, de spotnaam voor de inwoners. Vreemd toch, mijmer ik, dat een eertijds zo bloeiende stad geruisloos verdwijnt in de nevelen van de tijd.

Vrolijk fietsen in het Hageland

Fietstocht langs appelplantages

Fietstocht langs appelplantages

Met de gloednieuwe fietskaart staat me 2000 km fietsplezier in de provincie te wachten, lees ik op de voorkant van de kaart. Doen dus. Ik pik mijn fietsje op in het Vinne, een van de vele fietsinrijpunten, en olie de gebronsde kuiten voor een pittig tochtje van een goede 40 km door het Hageland via het handige knooppuntensysteem. ‘Een leuk en lekker lopend ritje, vrij vlak, een fluitje van een cent’, belooft de fietsuitleendame. Daar denk ik na afloop lichtjes anders over. Ik volg een tijdje de Grote Gete tot Geetbets en rij langs goudgele akkers vol rogge, haver en gerst, bospartijen, weiland, fruitplantages, maïs-en bietenvelden. Maar tussen Kortenaken aan de lieflijke Velp en Kersbeek-Miskom wordt ‘plat’ plotseling een relatief begrip. Hier ontpopt zich het Hageland tot een prachtig heuvelend landschap waar ongetwijfeld poëtische verzen over te schrijven zijn, maar dat mij vooral gemeen in de kuiten komt bijten. Ik ontmoet dus de man met de hamer die geen begrip toont voor mijn stugge rijwiel dat de vele valse platjes niet meer op wil en al evenmin voor het melkzuur dat als sluipend gif mijn spieren verlamt. En voor dat rotzadel dat voor ‘des mans edelste delen’ geen greintje mededogen heeft. Maar de born winner in mij houdt stand en uren later zoef ik weer als een haas door Hoeleden, Neerlinter en Drieslinter en ratel over de hobbelige kasseien de toegangspoort van het Vinne weer binnen.

Eindeloos wandelplezier

Wandelen langs graanvelden in Nieuwrode

Wandelen langs graanvelden in Nieuwrode

Wandelen in het Hagelandse heuvelland kan ook. Daarvoor trek ik naar Nieuwrode bij Aarschot en start op knooppunt 155. De pico bello verzorgde wandelkaart, goed voor 300 km wandelplezier, is een uitstekende metgezel. Ik stap door een vredig en pastoraal landschap met grote boerderijen, veldkapellen, holle wegen, bospartijen, weiland en wuivende korenvelden over heuveltoppen. Met de mooie vergezichten op sappige groene weiden, een eenzame boerderij en een kerktoren in roestbruine ijzerzandsteen zou een lokale Pieter Brueghel best raad weten. Ik maak een ommetje door het Walenbos in Rotselaar, een erg drassig en moerassig bos langs een kabbelend beekje, zie waterhoenders en veel omgevallen bomen. De natuur mag hier rustig zijn gang gaan. Vervolgens klim ik de Houwaartse berg op en struin ik door lieflijke wijngaarden waar enthousiaste wijnliefhebbers in de jaren 70 van de vorige eeuw de oude traditie van het wijnmaken nieuw leven ingeblazen hebben.

Gaasbeek: kasteel met twee gezichten

Kasteel van Gaasbeek

Kasteel van Gaasbeek

Als ik uit de brede schaduwrijke dreef gewandeld kom, zie ik vlak voor me een forse middeleeuwse burcht opdoemen, een beetje duister en dreigend. Een robuuste donjon, ronde torens, kleine ramen, stevige muren en een slotgracht. In gedachten zie ik hoe mijn jeugdheld Ivanhoe, achternagezeten door een bende snoodaards op briesende paarden, nog net over de al half opgehaalde ophaalbrug het slot binnen dendert. Ridders, tornooien, zwijmelende jonkvrouwen… Had ik niet vlak voor de hoofdingang in de dreef al een silhouet in spiegelbeeld van een dame gezien die me de weg toonde naar het kasteel? Een trotse hofdame was het op een paard, met gerekte rug en gehuld in lange zwarte kleren. Tikkeltje mysterieus. Ik stap nu door de toegangspoort en sta in een prachtige binnentuin vol planten, prieeltjes met zitbanken. Vanop het terras kijk ik uit op het malse, groene, golvende Pajottenland in de verte en het parklandschap rond het kasteel met de grote vijvers. Het valt meteen op dat het kasteel er aan de binnenkant helemaal anders uitziet: lichter, opener. ‘Dat klopt, verklapt gastvrouw Marieke die me op het terras opwacht. Het kasteel heeft inderdaad twee gezichten, een gotische buitenkant en een vleugel in neorenaissance. Ze gidst me vervolgens door de ongemeen rijke en spannende geschiedenis van deze voormalige waterburcht. De hertog van Brabant bouwde de burcht rond 1240 om vijandelijke aanvallen af te slaan. In de loop der tijden werd ze geregeld verwoest, waren er branden en verwisselde ze van eigenaar die ze verbouwde of uitbreidde. Zo was het kasteel onder andere in de 16de eeuw eigendom van de bekende graaf Egmond.

Marie Arconati Visconti in Gaasbeek

Marie Arconati Visconti in Gaasbeek

Maar om iets meer van het huidige uitzicht en vooral van de geest van het kasteel te begrijpen, moeten we terugkeren naar de vreemde dame die ik als spiegelpaard al ontmoet heb: markiezin Marie Arconati Visconti. Ze was de vrouw van een Italiaanse markies die vroeg stierf en die haar een immens fortuin naliet, ook dit kasteel dat ze zelf bij haar dood in 1921 aan de Belgische staat schonk om er een museum van te maken. Over de persoonlijkheid van Marie kom je bij een rondleiding in groep of met een audiofoon alles te weten. Bij de restauratie van het kasteel in 1887 koos ze met haar rationele ingesteldheid voor de renaissance, de periode waarin de mens, de homo universalis, op de voorgrond trad. Toch bleef ze als romantische ziel ook dwepen met ridderlijke idealen en heldhaftige daden. Bij onze doortocht door het museum komt die ambiguïteit – zeg maar: haar twee gezichten – voortdurend om de hoek kijken. Een geheime trap, portretten waarop ze poseert als page in korte broek en met pluimhoedje, een kamer met een troon en kleurrijke riddertaferelen… . Jongeren zullen een bezoek aan het kasteel beslist kunnen pruimen want spanning gegarandeerd: geheime doorgangen en traplabyrinten, ondeugende, speelse verwijzingen en droom-en geurkamers. Mooi is ook de Museumtuin waar je kennismaakt met vergeten en opnieuw gecultiveerde groenten en met vakkundig onderhouden leifruitbomen. Aan de andere kant van de straat ligt het prachtige landschapspark Groenenberg waar je rustgevende wandelingen kunt maken tussen eeuwenoude bomen en langs perken met weelderige hortensia’s en rododendrons.

De parkabdij in Heverlee

Kerk van de Parkabdij in Heverlee

Kerk van de Parkabdij in Heverlee

In de schitterend gelegen en indrukwekkende norbertijnenabdij van ’t Park in Heverlee komen heden en verleden tot leven. Dat heden is vandaag wel erg nadrukkelijk aanwezig, merk ik, als ik hoogtewerkers, kranen en zware voertuigen in de brede oprijlaan naast de vijvers en intra muros in de weer zie. Ora et labora, bedenk ik, het is sinds het ontstaan van de kloosterorden die deze monastieke regel van Benedictus volgden, niet anders. Denk nu even die hoogtewerkers weg, adviseert me Stefan, sitekenner bij uitstek, en je bevindt je op een van de meest homogene en best bewaarde abdijdomeinen van de Lage Landen, een echte oase van rust en spiritualiteit zoals dat als sinds 1129, de stichting van de abdij, het geval was. Die authenticiteit willen we ook door de uitgekiende restauratie te allen prijze behouden. Terwijl we door de verschillende gebouwen van de 42 ha grote abdijsite lopen – het Wagenhuis, de Tiendenschuur, het Provisorenhuis, het Spreekhuis, het Abtsplein, het Gastenkwartier, het Conventsgebouw, de Duiventoren en de Kruidentuin – glijden 800 jaar boeiende Brabantse abdijgeschiedenis voorbij. Ik kom alles te weten over het leven van de heilige Norbertus die in Gennep in 1080 geboren werd en de orde van de witheren of premonstratenzers stichtte, het leven van de monniken door de tijden heen en hun invloed in de parochies van het Hageland, de woelige periodes en de bloei in de 17de eeuw en de spirituele uitstraling die van deze abdij uitging. De schitterende bibliotheek in stucwerk met vele oude boekwerken krijg ik vanwege de restauratie niet te zien, maar wel de fraaie kloostergang met de lange gewelfde gangen, de gotische bogen, de fraai uitgewerkte kapitelen en de schitterende glas-in-loodramen. ‘Vergankelijkheid’ is het woord dat opduikt als ik ten slotte over de uitgesleten en krakende trap wandel waarop ik in gedachten slaapdronken monniken vanuit hun dormitorium naar de kerk zie stommelen voor de lauden of het morgengebed.

Fiets- en wandelroutes door prachtige landschappen, kastelen vol geschiedenis, imposante kerken en abdijen, rijk gedekte tafelen… Het is maar een kleine greep uit het gulle aanbod dat Vlaams-Brabant te bieden heeft.

Praktisch

B & B Vossendries

B & B Vossendries

Overnachten:

Hageland: Guesthouse Vossendries, Grootveld 1, Nieuwrode. Schitterend gelegen B & B in romantisch parklandschap vol bloemen, planten en een kleine wijngaard. Ruime, piekfijn ingerichte kamers met alle comfort en met uitzicht op omliggende velden en bossen. Luxueus. Hartelijk onthaal, kindvriendelijk en smakelijk ontbijt. www.vossendries.com

Pajottenland: Hotelhoeve Klein Nederlo, Appelboomstraat 198, Vlezenbeek. Comfortabele, ruime kamers met alle comfort in landelijke omgeving. Vriendelijke ontvangst en heerlijk ontbijt. Ook mogelijkheid tot middag-en avondeten in de taverne of op groot zomerterras. www.kleinnederlo.com

Eten en drinken:

Zoutleeuw: Eetkaffee De Lakenhalle, Grote Markt 11. Uitgebreide kaart en democratische prijzen. Een streekklassieker (volgens de chef): Rundsstoofvlees op basis van het streekbier Dorre. www.lakenhalle.be

Molenrad van de Gempemolen in Tielt-Winge

Molenrad van de Gempemolen in Tielt-Winge

Tielt-Winge: De Gempemolen, Gempstraat 56. Fraai gerestaureerd molenhuis uit de 13de eeuw met watermolen op de Molenbeek te midden van wandel- en fietsroutes die het Hageland doorkruisen. De brasserie heeft ook een groot buitenterras en je kunt er terecht voor zowel een kleine hap als voor seizoensgebonden gerechten en een verfijnde brasseriekeuken. www.gempemolen.com

Wezemaal: Herberg ‘In de Ster’ of brasserie Boeres, Kerkstraat 6. Gezellig en authentiek praat- en eetcafé met op de kaart een ruime keuze aan regionale dranken en wijnen (ook Hagelandse) en ongecompliceerde gerechten. Mij smaakten de pensen met appelmoes en de ‘ballekes van Jan met warme krieken’ prima. De plaatselijke ‘bruine Broeder Jacob’ was daarbij een goedgekozen begeleider. www.boeres.be

Boterham met plattekaas, radijsjes en een Kriek

Boterham met plattekaas, radijsjes en een Kriek

Oud-Heverlee: restaurant Spaans Dak, Maurits Noëstraat 2. Mooi gelegen restaurant aan de rand van het Meerdaalwoud (met bosspeeltuin Everzwijnbad) en aan recreatiedomein Zoete Waters te midden van prachtig wandelgebied in de bossen. Op de geïnspireerde kaart smaakvolle gerechten. Stijlvolle, vriendelijke en deskundige bediening. De rundscarpaccio met gebakken kalfszwezerik als voorgerecht, de gebakken eendenborst als hoofdgerecht en de begeleidende wijnen deden het gehemelte trillen. www.spaansdak.be

Gaasbeek/Lennik: Brasserie Graaf van Egmond, Kasteelstraat 40. Gezellig zitten en tafelen op groot buitenterras in landelijk kader. Vriendelijke bediening en stijlvolle kaart vol Brabants lekkers. Ik koos voor een Pajottenlandse klassieker: een bruine boterham met plattekaas, radijsjes, bieslook en lente-uitjes (pijpajuin) en dronk er een pittige geuze Lindemans Cuvée René bij. www.brasserie-egmond.com

Doetips:

P1060702Bezoek wijndomein

Oud-Heverlee: wijngaard Chardonnay Meerdaal, Monarkenweg 50. Ik dronk met gelauwerd wijnmaker Paul Vlemincks een glaasje Chardonnay Meerdael Brut, een uitstekende mousserende en feestelijke schuimwijn (méthode champenoise). Niet minder dan 60 000 wijnstokken zorgen op zijn domein in Blanden voor de bubbels in de fles. Groepen van 15 -30 personen kunnen het domein bezoeken, uitleg en degustatie incluis, na afspraak: tel. 016 47 10 22 www.chardonnaymeerdael.be

Wellness, fitness en relaxen

Steenokkerzeel: Thermae Boetfort, Sellaerstraat 42. Voor een dagje puur genieten en ontspannen in twee luxueuze thermencomplexen met stoombaden, sauna’s met opgietsessies, vele soorten massages zijn de Thermae Boetfort in Melsbroek de aangewezen plaats. In een mooi gelegen kasteellandschap rond een groot zwembad met comfortabele ligstoelen kun je lekker relaxen. Er is een ruime keuze aan dag- en meerdaagse arrangementen. In het restaurant kun je terecht voor lekkere en gezonde hapjes en een lekker biertje of wijntje. Je kunt er ook blijven logeren in een van de zeven sfeervol ingerichte, romantische kamers. www.thermae-boetfort.be

Meer info over bezochte locaties, bezoeken, activiteiten, fietsverhuur en openingstijden:

fietskaart-Vlaams-Brabant-Cover-FNW_018Zoutleeuw: Het Vinne www.vlaamsbrabant.be/zoutleeuw

Leuven-Heverlee: Abdij van Park www.parkabdij.be en www.crkc.be

Gaasbeek: voor een bezoek met gids: www.kasteelvangaasbeek.be

Bestelling fiets-en wandelkaart:

Vernieuwde fietskaart (april 2018) met 150 km extra fietspaden en 105 nieuwe fietsknooppunten, te verkrijgen in boekhandels en toeristische infokantoren. Ook online te bestellen via: www.toerismevlaamsbrabant.be/publicaties . Idem voor wandelkaart.

Met dank aan de persdienst provincie Vlaams-Brabant voor programma en organisatie: www.vlaamsbrabant.be

Auteur en foto’s: Guy Meus