BFTP bezoekt de Floriade Expo 2022 en Flevoland
54252
post-template-default,single,single-post,postid-54252,single-format-standard,bridge-core-3.1.2,qode-page-transition-enabled,ajax_fade,page_not_loaded,,qode-child-theme-ver-1.0.0,qode-theme-ver-30.1,qode-theme-bridge,qode_header_in_grid,wpb-js-composer js-comp-ver-7.1,vc_responsive
 

BFTP bezoekt de Floriade Expo 2022 en Flevoland

BFTP bezoekt de Floriade Expo 2022 en Flevoland

Toen BFTP een uitnodiging kreeg om de Floriade Expo 2022 te bezoeken leek het ons bijna vanzelfsprekend om ook Flevoland te ontdekken, de jongste provincie van Nederland (1986). Deze provincie werd ontworpen op de tekentafel. De voormalige Zuiderzee werd ingepolderd, landbouwgronden, natuurgebieden en steden ontstonden bijna vijf meter onder de zeespiegel.

Visit Flevoland werkte een boeiend programma uit met bezoeken aan Batavialand, de Marker Wadden, Aviodrome en Almere en Landal GreenParks zorgde voor een zorgeloos verblijf in Waterparc Veluwemeer.

Floriade Expo in Almere – een park met groene pareltjes die ontdekt willen worden

De Floriade Expo, heeft naast haar rol voor vakbezoekers, ook een recreatieve functie. De start van deze wereld tuinbouwtentoonstelling was wat rommelig, maar nu de startproblemen zijn opgelost, blijft een inhoudelijk interessant uitstapje over. Er is veel nuttige kennis te vergaren over tuinieren, gezonde voeding en leven/recreëren in een groene omgeving.

Eens in de tien jaar strijkt de Floriade Expo neer op een locatie in Nederland. Dit jaar was Almere aan de beurt – een snelgroeiende jonge stad die de infrastructuur van de Expo duurzaam wil inzetten als basis voor een nieuwe stadswijk. Je kunt de Floriade Expo bekijken als een verzameling van deelexposities, die elke een eigen verhaal vertellen. Juist die diepgang maakt een bezoek aan de Floriade onderscheidend ten opzichte van parken die zijn ingericht op pret en vermaak. Elke dag wordt er een evenementenprogramma gepresenteerd voor jong en oud, waar naast de groene boodschap ook de nodige aandacht wordt gegeven aan kunst en cultuur (muziekoptredens). Ook de randvoorwaarden, een lekker hapje en drankje onderweg, vullen het tuinbouwthema prima aan.

Infotainment (en vermaak)

De Floriade wordt voor de consument weggezet als een bijzonder dagje uit. En dat is het ook. De Expo heeft een sterk educatief karakter, wat het zeer geschikt maakt voor schoolreisjes en ouders die hun kinderen willen meenemen op een leerzaam uitje. Door middel van speurtochten en interactieve exposities wordt de lesomgeving wel degelijk leuk gemaakt (infotainment). Een mooie case vinden we in het Duitse paviljoen waar kinderen met een polsbandje een reeks aan opdrachten afwerken. Aan het eind wordt bekend wat hun duurzaamheidsscore is. Ook via theatervoorstellingen wordt de boodschap overgebracht. En natuurlijk is het ook druk bij de diverse (kleinere) speelzones die in het park zijn aangelegd.

De Floriade heeft ook te maken met een gelaagdheid aan kennis. Er komen mensen binnen die nauwelijks voorkennis hebben, maar ook geïnteresseerden die hier kennis en verdieping zoeken. Voor beide groepen is er op deze expositie veel te vinden. Op de diverse paviljoens waar landen, bedrijven, en sectoren zich presenteren is vrijwel altijd iemand aanwezig om het verhaal te vertellen en vragen te beantwoorden. Ook het inhoudelijke programma is gericht op het informeren van een zeer brede doelgroep (van conferenties voor de vakbezoekers tot informatieve shows voor de gezinnen en passanten).

De topattractie van de Floriade is de kabelbaan, die je een mooi overzicht geeft van het hele park. Een enkele rit met de kabelbaan is bij de entreeprijs inbegrepen.

Toch nog een kanttekening ter afsluiting. Er is wel een groot verschil in kwaliteit en diepgang van de content die in de diverse paviljoens wordt gepresenteerd. De Floriade is dermate uitgebreid dat je niet op één dag alle paviljoens kunt bezoeken. Bereid je dus goed voor en bepaal over welke onderwerpen je meer wil weten.

Groene steden en groene recreatie

Het centrale thema van de Floriade Expo in Almere is ‘Growing Green Cities’. Met dit thema blijft de consument dicht bij het dagelijks leven van de bezoeker, die vaak in een stedelijke omgeving woont en recreëert. Er komen diverse onderwerpen aan bod die je dagelijks van nut kunnen zijn: je dagelijkse (gezonde) voeding of tuinieren op een natuurlijke en duurzame manier. Dit jaar is er opvallend veel aandacht voor recreatie in een groene omgeving. Alleen al de aanleg van het park is een showcase van een doordachte recreatieve omgeving. Maar er is meer.…

EuroParcs, premium partner van Floriade, die 65 vakantieparken exploiteert, geeft daar een eigen invulling aan het thema ‘Growing Green Cities’ met de presentatie van ‘Het Nieuwe Re-Creëren.’ Met twee duurzame modelwoningen in een landschappelijke omgeving en diverse kennisbijeenkomsten geeft EuroParcs invulling aan haar duurzame ambities.

Ook is er een bosgebied ingericht met Tiny Houses; een trend die niet alleen in steden aan populariteit wint, maar ook een plek verovert op vakantieparken. Dit is overigens niet de enige showcase van bijzondere accommodaties. Neem bijvoorbeeld het duurzame vakantiehuis (door www.saveplastics.nl dat volledig is gebouwd uit ‘lastig recyclebaar plastic’. Ook op de diverse paviljoens zijn innovatieve bouwwerken te vinden, die niet zouden misstaan in een vakantiepark of natuurgebied.

Hospitality and foodservice

Hospitality wordt bij een omschrijving van een attractie of expositie niet vaak expliciet vermeld als onderdeel van de beleving. Toch zien we dat een goede catering in een mooie omgeving absoluut een meerwaarde is voor een bezoek. Wij kwamen al vroeg aan op de Expo en dan valt het op dat de meerderheid van de gasten niet meteen het park intrekt, maar start op een van de terrassen.

De Floriade heeft gekozen voor twee grote cateraars: Hutten en de Compass Group. Deze laatste partij heeft o.a. een restaurant ‘The Dutch’ in beheer waarin het culinaire topsegment wordt bediend met menu’s die zijn samengesteld door sterrenkoks. Er is een grote variatie aan foodconcepten en grote terrassen, waardoor er voor vrijwel elke doelgroep wel een geschikt aanbod te vinden is. Food beleven is ook nadrukkelijk een van de doelstellingen van de Floriade.

Het foodaanbod wordt verder aangevuld met diverse lokale foodtrucks die de variatie aan menu’s nog weer een heel stuk breder en toegankelijker maakt. Rondom de foodpleinen wordt met enige regelmaat optredens door artiesten verzorgd, waardoor het verblijf in deze horeca bijna een attractie op zichzelf wordt.

Info: www.floriade.com/nl/

Praktische gegevens:

  • De Floriade Expo in Almere is nog geopend t/m 9 oktober 2022.
  • De prijs van een entreeticket voor volwassenen is € 29,00
  • Bij de entreeprijs is één enkele rit met de kabelbaan inbegrepen.
  • De parkeervoorzieningen zijn gelegen op grotere afstand van het park. Het vervoer wordt georganiseerd met pendelbussen.
  • Er is ook de mogelijkheid om de Floriade per trein te bereiken. Het laatste deel van de reis leg je dan af met een pendelboot (Ticket vanaf Almere Centrum: € 4,50)
  • Er zijn diverse mogelijkheden om in de omgeving (polder Zuidelijk Flevoland) te verblijven. Wij verbleven in Landal GreenParks: waterparc – veluwemeer, landal.nl/waterparc-veluwemeer Een uitstekende keuze.

Tekst en foto’s: Walter Jonker – www.pretwerk.nl

 

Batavialand: Schip Ahoy

Wie hét betekenisvolste boegbeeld van het Nederlands maritiem verleden wil zien, moet naar Batavialand aan de Oostvaardersdijk in Lelystad. Daar wordt het verleden bewaard voor de toekomst. Op de site vind je het museum, de werf met werkplaats en uiteraard het schip de Batavia zelf.  Te bezoeken met audioguide of gids. Deze laatste laat het bij ons bezoek afweten, blijkbaar door corona.

Museum

In de inkomhal valt meteen een grote ruimte op waar de geschiedenis van de regio in doek is geborduurd op de zgn. Flevowand.  Een bijzonder werk waar 24 vrouwen blijkbaar 14 jaar lang aan werkten, goed voor 60 strekkende meter historische gebeurtenissen. Te vergelijken met het wandkleed van Bayeux. Ik noteer o.a. dat er een belastingsopstand was door de Friezen tegen de Romeinen, dat Aelmere vernoemd is naar de vette alen die er zwommen en Bonifatius zorgde voor bekering. Door landafslag kon het Flevomeer uitdijnen en het Palingmeer werd in de 9e eeuw de Zuyderzee. Ook opmerkelijk is de vermelding van de Hanzesteden die een verbond tussen Noord- en Oostzee sloten in de 15e eeuw en Alva verloor ‘zijn bril’ tijdens de slag van de Zuyderzee, dat was bij Den Briel. Uiteraard komt het V.O.C.-monopolie ter sprake, de verbinding van Noord-Holland en Friesland door de dijk aangelegd door waterstaatingenieur Cornelis Lely in 1891, de Watersnood van 1916 en de Zuiderzeewerken vier jaar later. Lelystad hoofdstad van Flevoland is nog jong. Pas in 1967 vorige eeuw kreeg je daar als eerste bewoner je sleutel. Amper een dikke halve eeuw geleden dus.  Ik was toen net 11 jaar! En zo kan ik nog wel even doorgaan.

Maar er is zoveel meer te zien en te doen in dit museum. Dus op naar de tentoonstelling ‘Vergane Schepen’, waarbij ik al meteen in de sfeer wordt gebracht door het stormgedonder en het klotsende water op de achtergrond. Hier wordt het unieke verhaal van ventjager Jan Kisjes verteld. Een ventjager diende voor het transport van levende vis. Kisjes’ schip moet ergens tussen Urk en Schokland gezonken zijn. Zijn lichaam, noch dat van matroos Reinder Tulp werden nooit teruggevonden. Ze kregen een zeemansgraf. In 1976 graaft men het scheepswrak Justine met lading en al op. Het bevat tevens een skelet. Het zou nog tot 2007 duren vooraleer men door DNA-onderzoek tot de vaststelling komt dat het hier om de schipper gaat. Het werd duidelijk dat de man op zijn schip was achtergebleven tijdens de ramp in 1888.  Niet alleen het verhaal is interessant, ook de presentatie van het scheepswrak in een zgn. ‘schokbetonschuur’ uit de Noordoostpolder is zeer inspirerend. Vitrines tonen hoe het leven aan boord was. Voor kinderen zijn er heel wat doe-activiteiten. ‘Cornelis Lely’ legt hen uit in het Watertheater hoe de polders zijn ontstaan. Ze kunnen een kijkje nemen in een duikboot en zelf als archeoloog aan de slag gaan in een laboruimte. Het zijn slechts enkele voorbeelden. Op de bovenverdieping worden die archeologische vondsten getoond in fraai uitgelichte vitrinekasten. Er is ook heel wat informatie te vinden over de Kogge- opgravingen. En er loopt tot juni een wisseltentoonstelling rond Ice Age Flevoland. Kortom, een vrij compleet museum.

Werf en werkplaats

Heb je kinderen mee, vraag dan aan de balie om een lief poesje. Dat kunnen ze rond hun arm dragen. Wanneer je het diertje streelt, vertelt het je één en ander over dit museumonderdeel. Je kunt ook vragen naar Epko Brinksma bv. Die geeft uitstekend tekst en uitleg. Eerst passeer je langs de Zeven Provinciën zaal waar het gelijknamige linieschip in miniatuur te zien valt. Bedoeling was, om in navolging van de Batavia, ook een replica te bouwen. Men was reeds gestart. Maar er bleek uiteindelijk onvoldoende geld en mankracht om het te realiseren. Daarom werkt men nu aan een maquette. Scheepsmodelbouw is immers evenzeer aantrekkelijk. Zeker wanneer je kunt werken in een groot modelbouwatelier. Een heus paradijs voor techneuten en ambachtslui. Die staan je met raad en daad te woord. Veelal vrijwilligers, enkelen via een leertraject, gaan er minutieus en planmatig te werk. Je krijgt er ongevraagd een demonstratie. Het atelier zet zich enkele gebouwen verderop verder. Denk aan de metaalwerkplaats, de zeilmakerij, de zagerij en touwmakerij. Daar legt men je het verschil uit tussen tanen en teren. Tanen is een manier om netten, zeilen of touw te conserveren. En op de zeilzolder worden de zeilen traditiegetrouw met de hand vervaardigd. Dat kan op ware grootte voor grote schepen, maar er worden ook kleinere gemaakt voor schaalmodellen. De eerste zeilen van de Batavia gingen in 2008 in vlammen op en dus werden er nieuwe vervaardigd. Deze 2e generatie zeilen benaderen heel nauwkeurig de originele. En net dat is juist het leuke aan de werf. Het is enerzijds een toeristische attractie, maar anderzijds ook een centrum voor ambachtelijke scheepsbouw, een kenniscentrum en een vrijwilligersorganisatie.

De Batavia

Hoogtepunt van het bezoek. De Batavia is nieuw erfgoed. Deze reconstructie van een Oost-Indiëvaarder is een heus eerbetoon aan de zeevaart en het vakmanschap. De droom van scheepsbouwmeester Willem Vos om met jongeren in een scholingsproject de bouw aan te gaan van de reconstructie van dit VOC-schip spreekt tot ieders verbeelding. In totaal werden er 1200 mensen bij betrokken en momenteel houden nog zo’n 300 vrijwilligers het schip in stand. Dat de Batavia een publiekstrekker is, mag duidelijk zijn uit de bezoekersaantallen: 4,5 miljoen mensen maakte al kennis met het schip. Het vaartuig maakt een belangrijke periode uit de Nederlandse geschiedenis tastbaar. Door de Batavia aan land te brengen wordt niet alleen de levensduur verlengd, maar kan de toerist de kiel bewonderen. Verder ervaar je zo de hoogte en grootsheid van het schip. Intussen heeft men het binnen al ‘aangekleed’ met kanonnen, kombuis en het achterdek waar de kapitein en zijn officieren verbleven. Destijds kostte de bouw van de originele Batavia in 1654 zo’n slordige 100.000 gulden. Dat geld werd na de eerste vaart al gerecupereerd. Dit en nog andere weetjes, zoals wat eet men aan boord, waarom werden sommigen nachtblind of kregen ze scheurbuik, wordt kundig verteld aan boord. En het zijn deze verhalen die het schip levendig maken.

Praktische informatie

Batavialand is van dinsdag tot en met zondag open tussen 10 uur en 17 uur. Surf naar de website: www.batavialand.nl. Parkeren kan vlakbij op de parking van Bataviastad of de VOC Parkeergarage Lelybaan 56 Lelystad.

Tekst: Jempi Welkenhuyzen

Foto’s: Anne Marie Jacob

 

Met de RIB-Experience naar de Marker Wadden.

Een bezoek aan het nieuwste stukje Nederland mag niet ontbreken. Dus vertrokken we na onze eerste overnachting in Landal Waterparc Veluwemeer richting Lelystad. Na een bezoek aan Batavialand zochten we de haven op.

De Marker Wadden is de naam van een aantal kunstmatige eilanden in het IJsselmeer, met louter natuurlijke materialen zoals zand en klei (slib) uit de bodem. Het hele gebied wordt en is al een natuurparadijs voor planten, vogels en vissen. En wij mogen er gaan kijken. Dat kan met een (veer)boot vanuit de meest middelste stad van het IJsselmeer Lelystad, genoemd naar Ingenieur Lely, wiens standbeeld je vaker tegenkomt hier.

Maar hoe zit het ook alweer? Zou het IJsselmeer niet grotendeels ingepolderd worden?

Het oorspronkelijke plan dateerde al uit het einde van de 19de eeuw. Exact 90 jaar geleden was de Afsluitdijk klaar en werd de Zuiderzee een meer. Het was de bedoeling om 5 delen (voornamelijk voor landbouwgrond) in te polderen: Wieringermeer(1930 gereed), Noordoostpolder (1942), Oostelijk Flevoland (1957), Zuidelijk Flevoland (1967) en de Markerwaard. Na veel protesten en een herwaardering van de natuur ging die laatste inpoldering niet door en werd dit gebied (extra afgeschermd met een dijk van Lelystad naar Enkhuizen) de Marker Wadden. De totstandkoming van dit gebied is een samenwerkingsproject van onder meer Natuurmonumenten en Rijkswaterstaat.

Marker Wadden is een groot project dat zorgt voor het natuurherstel van het Markermeer. Door de aanleg van natuureilanden met zand, klei en slib uit het Markermeer komt nieuwe natuur tot ontwikkeling. Vanuit de lucht kleurt de bodem groen, in tegenstelling tot de rest van het IJsselmeer. De reden dat het Markermeer groen is ten opzichte van het IJsselmeer is dat het Markermeer geen natuurlijke oevers kent (alleen dijklichamen), en geen natuurlijk waterverloop heeft. Er monden namelijk geen grote rivieren uit op het Markermeer. De Marker Wadden hebben natuurlijke oevers, hierdoor verbetert de waterkwaliteit.

Het nieuwste natuurgebied van Nederland is trouwens nog volop in ontwikkeling en heeft al veel bijzondere planten- en vogelsoorten een plek gegeven. Je kunt er als bezoeker een dagje naar toe maar er zelfs ook verblijven. Landal Greenparks verhuurt er Eilandhuisjes.

Na een gezellige lunch wordt het aantal collega’s (er is plaats voor 8 personen) dat meegaat verwelkomd door schipper-eigenaar Marc Hooijer van “Lelystad-rib-experience” aan de aanlegsteiger van de jachthaven aldaar. Dat niet alleen jonge mensen dit willen meemaken getuigt de hoge gemiddelde leeftijd van onze groep. Veiligheid voor alles, dus is er een duidelijke uitleg over de route en krijg je al een ‘zwemvest’ om. De RIB is een ’rubberboot’ (soms ook gemaakt van plasticsoorten); de afkorting staat voor Rigid Inflatable Boat.

Je hebt behalve staan- een aantal zitplaatsen (achteraan lijkt het handigst tegen water en wind). Marc legt uit wat je de komende uren gaat zien en hoe langzaam en snel er gevaren gaat worden. Na het ‘inschepen’ van de BFTP-ers vaart de boot langzaam de haven uit richting de al eerder aangelegde Markerwaarddijk. De snelheid van de boot wordt daarna snel opgevoerd en gaat op sommige plekken naar 75 km per uur. Al snel ligt Lelystad achter je en bereik je al de eerste eilandjes. Het gebied van de Marker Wadden ligt 1 uur (zeil)varen van het vasteland: zo’n 7 nautische mijlen.

Je kunt op de Marker Wadden wandelen middels een aantal routes (van 3 tot 7 kilometer) met duidelijk zicht op verschillende vogelkolonies en ontluikende natuur. Ook kun je in het paviljoen (een uitgebreid bezoekerscentrum) even genieten van een versnapering op het terras.

De Marker Wadden kent geen permanente bewoning. Het beheer is in handen van Natuurmonumenten. Eilandwachters, vrijwilligers van Natuurmomenten, verblijven er korte periodes en worden afgelost.

Info: https://www.natuurmonumenten.nl/projecten/marker-wadden

Tekst: Leon Balmaekers

Foto’s: Didier Van Houts

 

Goede Vlucht met Aviodrome

Flevoland, de jongste provincie van Nederland, kreeg reeds bij het prille begin een pseudo luchthaven. Deze luchthaven diende als hulp voor de constructie van de provincie en bij de opening was het gewoon een grasveld als landingsbaan. Gaandeweg werd de luchthaven wat aangepast en sinds 1993 is ze in handen van de Schiphol Group. Kom je er langst dan merk je bitter weinig luchtverkeer. Ja, er is particuliere luchtvaart maar voor de rest hebben we werkelijk te maken met een spookluchthaven. Er waren genoeg plannen om er een vakantieluchthaven te openen met commercieel lijnverkeer daar ook alle infrastructuur aanwezig is. De opening is echter al 4 maal uitgesteld, onder meer corona stak er in 2021 een stokje voor en op dit moment zijn er problemen met een natuurvergunning. Geen nood echter voor vliegtuigfanaten, op enkele honderden meters van Lelystad Airport ligt Luchtvaartmuseum Aviodrome. Het is de grootste tentoonstellingsruimte over de luchtvaart. Oorspronkelijk begonnen op de terreinen van Schiphol verhuisde het in 2003 naar Lelystad. Een verhaal dat boeiend en leerrijk is opent voor je op een ruimte van 6000 m2.

Binnen starten doe in de grote expositie. Hier maak je een reis door 100 jaar luchtgeschiedenis. Je gaat van de eerste pioniers, de durvers en waaghalzen tot de ruimtevaart.

Vliegen als een vogel”, Icarus, Da Vinci en anderen zagen dit wel zitten maar de grote doorbraak kwam toch maar begin 1900. De motto’s van deze pioniers waren veelvuldig: “Vliegen is een beetje dromen”, Vliegen is vermaak”, “Vliegen is een kermis”, en zeker “Vliegen is geen doel”. Replica’s van toestellen van “The Wright Brothers” (1902) en Bleriot (1909) zijn de eerste toestellen die we tegenkomen. Hier valt ook voor het eerst de naam Fokker. Hij zal ons nog dikwijls tegemoetkomen tijdens onze reis door de luchtvaartgeschiedenis. Anthony Fokker was een buitenbeentje. Geboren in Nederland uit rijke ouders ging hij in Duitsland naar school. School, dat hij niet zo interessant vond tot dat hij terecht kwam in een luchtvaartvakschool. Hier, in Duitsland, startte hij ook zijn eerste fabriekje. Hij maakt een eerste vliegtuigje in 1910 in Nederland en in Duitsland in 1912.

Vliegen wordt vanaf 1914 met WOI volledig anders bekeken en de kansen tot industriële ontwikkeling worden legio. Alles volgt bliksemsnel en de Fokker wordt nu volledig aangedreven door een motor. Door Fokker worden er ongeveer een 53 verschillende prototypes gebouwd. De Fokker DR1 is bijvoorbeeld de tegenhanger van de Britse Sopwith. Hier spreken we al over driedekkers.

De expositie neemt nu een andere dimensie aan. De oorlog is gedaan en in het interbellum komt er nu een nieuw doel: de burgerluchtvaart met vervoer van post, vracht en ook passagiers. Dit laatste is in de jaren20 alleen maar weggelegd voor rijke avonturiers. De Fokker FII die we tegenkomen vloog in 1920 naar Londen met enkele passagiers en een piloot in een nog halfopen ruimte.

In 1919 wordt reeds KLM opgericht, ze zijn bij de pioniers in Europa en warempel daar hebben we Anthony Fokker terug! Hij heeft zijn kapitaal terug naar Nederland gebracht en zal jaren met zijn toestellen marktleider zijn. In 1930 krimpt zijn bedrijf echter door de werelddepressie. Fokker zit ook veel in Amerika, wordt daar staatsburger maar door gebrek aan innovatie verdwijnt hij van het toneel.

KLM zoekt naarstig bij zijn oprichting in 1919 naar een geschikte plaats voor een vliegveld en komt terecht op Schiphol. De groei van KLM en zijn geschiedenis is een nostalgische en boeiende wandeling tussen vliegtuigen, materiaal en KLM-producten. Ga aan boord van een Fokker 18 en een Douglas DC3. Na Fokker koos KLM resoluut voor Douglas. Toestellen die bijna volledig van metaal waren. Een vreemde eend ertussen is de “Spiral Van Berkel WA” Een watervliegtuig en het eerste type dat kon meegenomen worden op schepen, via een hijskraan. Van Berkel, oorspronkelijk een weegschaalbouwer!

In 1935 zie je ook de eerste stewardessen verschijnen bij KLM en is er de eerste intercontinentale vlucht over de oceaan richting Nederlands-Indië.

Verwoesting en vernietiging zien we helaas ook met Wereldoorlog II. Bekijk de rol van parachutisten in Market Garden (slag bij Arnhem) en de Junkers 52 die Duitse paratroepers dropte.

De wederopbouw ziet dan weer vele mogelijkheden voor KLM en Schiphol. Deze laatste wordt de wereldluchthaven van Nederland. De vliegtuigen worden groter en andere namen komen naar voren. Weer mogen we binnenkomen. Na de Lockheed Constellation (ook “Connies” genaamd en bij KLM zijn er 48 geweest tot 1965) gaan we nu de mega toer op. Via een echte boarding gate komen we binnen in een Boeing 747 van KLM. Een toestel dat vloog tot 2003. Bekijk gerust de verschillende dekken. Vanuit het open kijkplatform heb je al een voorsmaakje op wat de buitententoonstelling je te bieden heeft. Met deze Boeing zijn we bij het massatoerisme aangekomen en zijn we bijna de helikopters vergeten die een beetje weggeduwd zijn in een hoekje. Alvorens buiten te gaan is er voor de liefhebbers nog een aparte ruimte over de “ruimtevaart.

Het buitengedeelte staat vol met oude toestellen. Je kan ze allemaal zien mits een parcours te lopen dat vlot staat aangeduid.

Het eerste gebouw dat je ziet is een pareltje. Een volledige replica van Schiphol 1928. Schiphol was in 1928 een van de eerste luchthavens met een echte aankomst– en vetrekhal. Gebouwd voor de Olympische Spelen Amsterdam 1928, in de stijl van de Amsterdamse School. Kubisme met rondingen en rode baksteen. Binnen een en al nostalgie. Elk moment denk je of Indiana Jones of Hercule Poirot tegen te komen. Je kan ook naar boven voor de verkeerstoren.

Vlak ernaast in Hangar T2 zie je de enthousiastelingen die naarstig werken aan vliegtuigrestauratie. Hier staat ook een Douglas DC2.

De pilotenmess wordt soms gebruikt als bar/café en het laatste kleine gebouwtje dat je ziet en waar je een mooi zicht hebt op Lelystad Airport, is het noodverkeerstorentje dat ook uit Schiphol komt.

Voor kinderen is er een binnen-en buitenspeeltuin met attracties gericht op vliegen. Je kan ook je testen in twee simulators. Een snackrestaurant en een souvenirshop vervolledigen Aviodrome.

Een zeer gevuld en geslaagd luchtvaartmuseum waar je zeker drie uur kan vertoeven. Alles is vlot aangeduid. Britten zouden spreken van” A Great Day Out!”.

Misschien is het enige minpunt dat de bezoekersparking betalend is en nogal naar de dure kant.

Info: www.aviodrome.nl

Tekst en foto’s: Gust Charrin

 

Almere, een architectuurstad met een groen kloppend hart

Almere is de jongste en hipste stad van Nederland.  Pas ontstaan in 1975 vind je er geen historische gebouwen.  Met als opdracht om het nieuwe centrum futuristisch en toch gebruiksvriendelijk te maken, hebben bekende Nederlandse architecten en internationale architectenbureaus er opmerkelijke gebouwen neergezet die je kan ontdekken langs de architectuurwandeling.

Architectuurstad

Almere ligt in het zuidwesten van de provincie Flevoland.  Deze twaalfde provincie van Nederland ontstond door het indammen van de Zuiderzee en diende om de groeiende bevolking van Amsterdam een woonplaats te bieden. De eerste aanzet voor de bouw van Almere werd gegeven in 1975 en het jaar daarop werden de eerste woningen opgeleverd.  De stad werd in verschillende wijken ingedeeld en een commissie boog zich over de naamgeving van de straten.  Zo is er de Filmwijk met straatnamen vernoemd naar acteurs en filmmakers zoals Charlie Chaplin, Fernandel, Louis de Funès, …  Andere wijknamen zijn de Literatuurwijk, de Kruidenwijk, de Stripheldenbuurt, het Homeruskwartier, … De stad Almere organiseerde in de loop der jaren verschillende architectuurwedstrijden waardoor er opmerkelijke gebouwen opgetrokken werden.  Het is dan ook niet verwonderlijk dat Almere op de derde plaats staat van architectuursteden in Nederland en op de eerste plaats bij de European New Towns.

Stadswandeling

De architectuurwandeling langs de bijzondere gebouwen in Almere doe je best met een stadsgids die je reserveert bij VVV Almere aan de Diagonaal 199.  Op een boogscheut van het VVV-kantoor staat de schouwburg De Kunstlinie.  Dit architectonisch hoogstandje uit 2006 is een realisatie van het Japanse architectenbureau Sanaa. Het gebouw is een voornamelijk glazen constructie van één bouwlaag met een oppervlakte van 100 meter bij 100 die zich als een vlonder uitstrekt over het Weerwater.  Het gebouw is gebaseerd op de Japanse architectuur waarbij alles zo dun, licht en transparant mogelijk is en er geen hiërarchie zit in de opbouw van een gebouw.  De glazen wanden binnenin die doorschijnende ruimten scheppen, hebben vaak een brede spouw om het geluid te temperen.

Een ander opmerkelijk project is het Urban Entertainment 51 Centre aan de Koetsierbaan 2.  Dit ontwerp van Alsop Architects uit 2004 is een combinatie van botsende stijlen.  Het Leonardo Hotel, een vier verdiepingen tellend gebouw met 117 kamers, staat op kolommen en is bekleed met hardhout.  Daarnaast staat een blob waarvan de rechterzijde ‘afgesneden’ is en door zijn gele kleur geassocieerd wordt met een aardappel in een bruine schil. Dit gebouw deed vroeger dienst als hotellobby maar is momenteel een brouwerij die zijn eigen bier brouwt en waar je in het café ook bourgondisch kan eten.

Eveneens gelegen aan de Koetsierbaan is ‘Side by Side’, ontworpen door Frits van Dongen van Architectenbureau de Architekten Cie.   Deze twee grote woontorens van 70 meter hoog tellen 22 verdiepingen en 144 appartementen.  Het verhaal wil dat de koffiejuffrouw tegen de maquettetafel stootte waardoor één maquette verschoof zodat beide torens niet naast maar haaks op elkaar staan.  In de ondergrondse plint zijn extra faciliteiten voor de bewoners zoals een zwembad, sauna en fitness.  Op de brievenbussen geen namen maar enkel huisnummers.  Bezoekers tikken op een scherm het huisnummer in en kunnen zo de bewoner contacteren om het gebouw te betreden.

Even verderop aan de Koetsierbaan staat The Wave, een project uit 2004 van René van Zuuk Architekten B.V.  Dit wooncomplex met 42 ruime koopflats springt in het oog door zijn geschubde gevels opgebouwd uit delen gecoat aluminium over houtskeletbouw. De woningen zijn verdeeld over 6 woonlagen en schuiven uit de gevel als open luciferdoosjes.  Aan de waterkant is er een sterke uitbolling die als een golf een schaduw werpt op het gevelvlak.  De grijsgroene tint van het gebouw sluit aan bij de kleuren die het water aanneemt bij het gemiddelde Nederlandse weer.

Het Schippersplein, een project van DS Landschapsarchitecten uit 2004, ligt in het hart van het Entertainment Centre.  Het Schippersplein werd oorspronkelijk ingericht door DS Landschapsarchitecten met groepjes bomen op bolle eilanden en een kronkelende waterbaan. Met de komst van het Veiligheidsmuseum werd het plein In 2014 aangepast.  Er kwam meer ruimte voor terrassen en veel meer groen en de waterbaan die in de winter als ijsbaan functioneerde, verdween.

Onze wandeling eindigt in de Citadel, een ontwerp van Christian de Portzamparc uit 2006.  Het uitgangspunt voor dit ontwerp is de opvatting dat het hart van de nieuwe stad historische referenties nodig heeft zonder te vervallen in historisch gebouwen. De Portzamparc liet zich inspireren door het beeld van een middeleeuws stadskasteel.  Twee kruisende straten verdelen het complex in vier kwadranten met winkels onderaan en woningen bovenaan.  De winkelruimtes hebben vlakke glazen wanden en de woningen kregen een overkragende betonnen strook met een horizontaal reliëf die de verschillende aardlagen moeten voorstellen.  Op de daken ligt een welvend gazon dat herinnert aan de begraasde Meenten (weiden in Almere). Aan de buitenrand van drie kwadranten plaatste hij rijtjeswoningen met platte daken, die qua diepte en hoogte verspringen en vanaf de straat een kartelend beeld geven dat doet denken aan burchtkantelen.  In het vierde kwadrant is gelijkvloers een warenhuis gevestigd.  Centraal staat een appartementsgebouw van zes lagen met één appartement per verdieping en een afzonderlijke lift naar elke woning.  Deze ‘donjon’ vervolledigt de idee van een stadsburcht.

Groen hart

Almere telt momenteel 220.000 inwoners.  Men verwacht dat de stad zal uitgroeien tot een inwonersaantal van 350.000.  Investeerders en architecten kregen de opdracht om het nieuwe centrum futuristisch te maken, maar tevens gebruiksvriendelijk en goed bereikbaar met de auto. In het centrum van Almere zie je echter geen auto’s.  Het architectenbureau OMA maakte hiervoor destijds een verrassend masterplan.  De kern van dit plan was het idee van een ‘gebogen maïsveld’.  Hierbij wordt een kunstmatige holle heuvel aangelegd die vanaf de kanten geleidelijk oploopt tot een hoogte van ongeveer zes meter.  Boven op de heuvel is een autovrij gebied met winkels en horeca en daarboven staan woningen met tuinen.  Onder de heuvel liggen busbanen, fietspaden, parkeergarages en logistieke centra.  Ook voor de afvalophaling werd naar een oplossing gezocht.  Gebaseerd op het ondergronds afvaltransportsysteem in Stockholm staan in het centrum van Almere afvalbakken voor huisvuil dat via een kilometerlang ondergronds buizenstelsel afgevoerd wordt.  Een ingenieus project dat al veel buitenlandse belangstelling genoot.

Tekst en foto’s: Rita Goethals

 

Flevoland heeft nog meer te bieden

Enkele attracties voor de kids: het speelpark Hans&Grietje met het grootste pannenkoekenhuis van Nederland met zijn bewegende tafels (https://www.hansengrietjezeewolde.nl/), het Belevenissenbos, het grootste speelbos van Nederland. Niet minder dan 40 ha lenen zich tot ‘natuurlijk spelen’. Kinderen vanaf 6 jaar vinden hier hun gading met diverse speeltoestellen. Naast de zwemvijvers zijn er meer dan 140 speeltoestellen, meestal over of langs het water. Je vindt er wandelroutes, o.a. naar de ‘Paardenvallei’ waar wilde paarden vertoeven. Meer avontuurlijk zijn het BMX-parcours of het hindernissenparcours op een stormbaan( https://belevenissenbos.nl/).

De provincie is ook bekend om zijn Landart: 8 landschapskunstwerken van wereldbekende kunstenaars zoals Daniel Libeskind, Richard Serra en Robert Morris (https://landartflevoland.nl/).

Uitgestrekte tulpenvelden vind je niet alleen in Zuid- en Noord-Holland maar ook hier: van half april tot half mei kan je langs 3 uitgestippelde routes de tulpenweelde ontdekken https://tulpenrouteflevoland.nl/. Wanneer je bij Batavialand bent, bezoek dan ook even Bataviastad Outletcenter. Je vindt er alles op gebied van merkkledij, goed voor 250 handelsnamen (https://bataviastad.nl/)

Overnachtingstip

Landal GreenParks biedt een drietal verblijfsmogelijkheden in de buurt van de Floriade. De meeste kennen Landal Greenparks voor zijn bungalowparken, maar hun aanbodwaaier is veel ruimer.

Waterparc Veluwemeer (Biddinghuizen) biedt 22 accommodatie types aan: van een 2 persoonsappartement tot en met een 22 persoonsvilla, in Huizen op de Gooise Heide kan je verblijven in nieuwe luxe safaritenten. Het van het voor liefhebbers van natuur en stilte zijn de eilandhuisjes op de Marker Wadden. Info: www.landal.nl

Eettip

Niet ver van Aviodrome in Lelystad vind je Boerkok, je proeft er originele gerechten met lokale producten volgens het slow food principe. Laat je verwennen met polderproefjes of schuif bij aan een Burenboerendiner (https://www.boerkok.nl/).

 

Eindredactie: Didier Van Houts

Algemene info: https://www.visitflevoland.nl/nl

Perscontacten:

Visit Flevoland: Carla Bierma carla@visitflevoland.nl

Floriade Expo 2022: Annemarie Gerards  annemarie.gerards@floriade.com

Landal GreenParks: Astrid Lemmerzaal astrid@prworks.nl