25 mrt BFTP bezoekt Haarlem
In de schaduw van een grootstad
Hoeveel Vlamingen kunnen Haarlem op de kaart aanduiden. Onvoldoende volgens Haarlem Marketing. Het cliché onbekend maakt onbemind in gedachte, nodigden ze daarom de Belgian Federation of Tourist Press (BFTP) uit voor een werkweekend op 24 en 25 maart 2017. Onder supervisie van Marjan Bos trachtten enkele professionals hen het toeristisch potentieel van Haarlem te tonen.
Invasie vanuit het zuiden
Het zou zo in de Opregte Haarlemsche Courant kunnen hebben gestaan. “Wat gedaan met al die vreemdelingen uit Vlaanderen, Brabant en Limburg?”. Met de val van Antwerpen besloten immers vele protestantse kooplui, ambachtslieden en intellectuelen om op het einde van de zestiende eeuw richting Noorden te trekken. In eerste instantie vreesde de lokale Haarlemse bevolking dat deze immigranten met hun onverstaanbaar, vreemd dialect en hun knowhow de arbeidsplaatsen van de lokale bevolking zouden komen inpikken. De geschiedenis leert ons echter dat deze “Spaanse furie-vluchtelingen” en hun nakomelingen in grote mate bijdroegen aan de Gouden Eeuw van de Noordelijke Nederlanden. Hierdoor beschikt Haarlem over een schitterend historisch, cultureel en architecturaal patrimonium. Een aspect dat Haarlem Marketing nu ten volle gebruikt om Vlaamse toeristen te overtuigen om een verlengd weekendje in Haarlem door te brengen.
Faire la cour aux Flamands
“Haarlem bezit verdoken pareltjes”: aan het woord Marjan Bos, medewerker Haarlem Marketing. Vlaanderen mag dan haar begijnhoven hebben, onze stad heeft haar Hofjes. Deze woongemeenschappen ontstonden in de veertiende eeuw en waren exclusief bestemd voor alleenstaande vrouwen en weduwen. “Waar woonden de oudere mannen van Haarlem dan”: vroegen we ons af. In een gemeenschappelijk oudmannekeshuis, want mannen konden (kunnen?) niet voor zichzelf zorgen, was de eenvoudige verklaring.
Het oudste hofje van Haarlem stamt uit 1395 en vind je terug aan de Wijde Appelaarsteeg. Vaak ontbrak het de vrouwen aan financiële middelen om hun 1-kamerwoning te onderhouden en moest er beroep gedaan worden op een mecenas. Of deze weldoeners dit spontaan deden of het een manier was om hun ego te strelen, zal men nooit weten.
Wel kan je boven de ingang van vele Hofjes vaak het wapenschild van de mecenas aantreffen. Ook werd het Hofje vaak vernoemd naar de geldschieter.
Op het VVV-kantoor kan je de brochure “Langs Haarlemse Hofjes” verkrijgen. Met dit boekje kan je niet alleen langs de hofjes wandelen. Indien je groepje niet te groot is en je de rust van de aanwezige vrouwen niet verstoort, mag je verscheidene Hofjes bezoeken. Je komt dadelijk in een oase van rust terecht.
Niet verwonderlijk dat de Hofjes met hun unieke ligging en hun karakteristieke woningen zeer gegeerd zijn bij de Haarlemenaar. Waarschijnlijk is dit ook de reden dat er in 2001 beslist werd om twee moderne hofjes bij te bouwen.
Uit en in het lood
In naam van de vrienden van de Grote of St-Bavokerk ontving Jean Laurey ons met open armen. Zoals elke gids schetste hij eerst de bouwgeschiedenis van de kerk. De eerste vermelding gaat terug tot 1245. In die periode was de kerk niet enkel een gebedsplaats. De westtoren was immers hoog genoeg om als uitkijktoren te dienen voor de brandwacht.
In de volgende drie eeuwen werd de kerk uitgebreid met de hulp en de kennis van Vlaamse bouwmeesters. Een echt huzarenwerk als je bedenkt dat elke natuursteen moest geïmporteerd worden, daar Nederland geen steengroeves bezit.
Eenmaal binnen word je overdonderd door het orgel. Dit muziekinstrument van Christian Müller (1738) is uniek in de wereld en vele bekende muzikanten, waaronder een piepjonge Amadeus Mozart, hebben dit instrument bespeeld.
Anton Pauw, huidig organist van de Grote of St Bavokerk, gunde ons een blik achter de schermen. We mochten zelfs een verzoeknummer aanvragen. Het werd de Toccata e Fuga van J.S. Bach, welke Anton op magistrale wijze bracht.
Omdat we nu toch al enkele trappen genomen hadden, stelde Jean voor om het bijzondere plafond van de kerk eens op een andere manier te bekijken.
Het werd een bijzondere ervaring. Onze ontdekkingstocht bracht ons ook bij de vieringtoren. Oorspronkelijk ontwierp Cornelis de Wael in 1502 een stenen toren. Deze bleek echter te zwaar voor de vieringpijlers en de noordoostelijke pijler verzakte (foto). De stenen toren werd afgebroken en vervangen door een eikenhouten torenconstructie, die aan de buitenkant met lood werd bekleed.
De fascinerende rondleiding werd beëindigd bij het graf van Frans Hals, waar een pittige discussie ontstond omtrent de roots van deze Oude Hollandse Meester. Er kon geen consensus bereikt worden of hij nu Vlaming of Brabander was.
Op stap met een spraakwaterval
Walter Schelfhout, een erudiet Haarlemse stadsgids leidde onze groep door het zuidelijker gelegen deel van Haarlem met als hoogtepunten de Jopenkerk en later het Frans Halsmuseum.
Bij de start op de Grote Markt werd het al meteen duidelijk, Walter kon op een onnavolgbare wijze linken leggen tussen Vlaanderen en Haarlem.
Niet verwonderlijk als je weet dat in 1621 meer dan de helft van de Haarlemse bevolking van Vlaamse origine was. Aangezien een Vlaming met een baksteen in zijn maag geboren wordt, doen vele gebouwen in Haarlem zeer Vlaams aan.
We weerhouden twee voorbeelden:
- de monumentale Vleeshal, ontworpen door de Gentse Lieven de Key, welke versierd wordt door zandstenen ossen- en schapenkoppen.
- het stapelhuis in de Kruisstraat 26. Wij stonden met open mond te kijken naar deze uitzonderlijke gave renaissancegevel. Een Haarlems gezegde zegt echter: “Niets is wat het lijkt”. Deze gevel, die enorm veel historische details bevat, werd door een Brugse apotheker Nolf besteld bij de Haarlemse architect C.C. van Beaumont en gebouwd in 1931. Waardoor het eigenlijk een neo-renaissance gevel is.
De andere gebouwen met een Vlaams accent kan je makkelijk terugvinden met behulp van de VVV-brochure, Langs Vlaamse sporen in Haarlem. Met deze flyer vind je tijdens een wandeling van anderhalf uur al deze gebouwen moeiteloos terug
Musea zijn geen eilanden, dat hebben de Haarlemse musea begrepen als geen ander. Ze bedenken en ontwerpen samen tentoonstellingen die verwonderen. Door weldoordachte en onverwachte combinaties bereiken ze samen een zeer verscheiden publiek.
Tulpomania is zo’n synergetische samenwerking tussen het Frans Hals museum, de brouwerij Jopenkerk en Keukenhof. Op elke plek komen de sterke kanten van de partners aan bod.
In het najaar van 2018 organiseert het Teylersmuseum een grote tentoonstelling over Leonardo da Vinci. De curator zal bij dit project niet alleen samenwerken met collega’s uit Boedapest, Wenen, Frankrijk. Ook verscheidene Haarlemse musea zullen een link leggen met deze tot de verbeelding sprekende uitvinder/kunstenaar.
Haarlem als uitvalsbasis
Niet alleen in het centrum van Haarlem valt er toeristisch iets te beleven. Ook in het ommeland kan men zich uitleven, zelfs op een duurzame manier.
Voor minder dan 5 euro reis je met de trein op 18 minuten naar het centrum van Amsterdam. Geen stress om een parkeerplaats te zoeken en ten opzichte van een middenklas auto stoot je zo’n 3,3 kg CO2 minder uit.
Jonge gezinnen kiezen misschien eerder voor een dagje Zandvoort aan Zee. Elk uur rijden er drie treinen naartoe en ben je in “no time” op het strand.
Het wereldvermaarde Keukenhof is dan weer bereikbaar met de lijnbus (nr 50), die je quasi voor de vernieuwde ingang afzet.
***
Tulpomania in het Frans Hansmuseum
Mevrouw Monique van Royen gaf in het Frans Halsmuseum een zeer interessante rondleiding met veel aandacht voor het momenteel lopend Tulpomania samenwerkingsproject van Haarlem Marketing, de Keukenhof, de Jopenkerk met Jopenbier en het Frans Halsmuseum.
Het museum
In het museum vind je de collectie van de stad Haarlem met accent op de 16e -17e eeuw, voornamelijk de periode van de gouden eeuw. Het gebouw van dit museum is het oud mannenhuis een schilderachtig monumentaal gebouw uit de 17e eeuw dat prachtig past bij de collectie. We kunnen genieten van de prachtige ruimtes, zoals de regentenkamers, de karakteristieke eetzaal en de fraai aangelegde binnentuin. Daarnaast heeft het museum een collectie moderne kunst, die vooral te zien is in “de hallen”.
Tulpomania
De tulpenbol heeft een belangrijke rol gespeeld in Haarlem van de 17e eeuw. De tulpenbol werd er heel veel verhandeld, er was een enorme vraag naar, met als gevolg dat de prijzen spectaculair stegen. Het werd een enorme luchtbel, de prijs steeg spectaculair. Het waren niet alleen de rijkeren maar ook de gewone burger die zich zelf in de schulden staken om toch maar tulpenbollen te kunnen kopen, omdat men dacht van er veel geld mee te verdienen. Maar toen stortte de vraag in, het was als een beurscrash. Dit verhaal wordt in het museum getoond in een aantal schilderijen. Men heeft in het museum ook een aantal schilderijen die kunnen illustreren hoe het eraan toeging in de 17e eeuw.
In het voorjaar is het Frans Hals Museum traditiegetrouw in de ban van bloemen. Tijdens de periode dat Keukenhof kan bezocht worden zijn de zalen en gangen van het museum versierd met verse bloemboeketten en andere bloemsierkunst. Dit jaar is dit van 25 maart tot en met 21 mei 2017. De presentatie “Museum in bloei” maakt deel uit van een samenwerking tussen het Frans Hals Museum, Keukenhof, de Jopenkerk en Haarlem Marketing. Gezamenlijk nemen zij de bezoeker mee op een Tulpomania tour door Haarlem en het lentepark Keukenhof waarbij de tulpenmanie uit de Gouden Eeuw weer tot leven komt.
Het thema voor dit jaar (2017) is: ‘China-Nederland’. Dit diende als inspiratie voor de studenten van de Rietveld Academie (afdeling keramiek). Zij ontwierpen voor het museum nieuwe vazen onder begeleiding van Hans van Bentem. Hans van Bentem heeft ook eigen werk gemaakt voor de tentoonstelling. Hij werk heel veel in China en hij laat er door Chinese porseleinfabrieken zijn werk uitvoeren. Een kleine expositie laat zien dat schilders uit de Gouden Eeuw zich lieten inspireren door bloemen en de tulpengekte. Het thema wordt ook getoond in bloemen in de vorm van pagodes, enorme torens enz. Modern werk wordt in deze tentoonstelling gecombineerd met oud werk. De bloemenpresentatie wordt mede mogelijk gemaakt door de Vrienden van het Frans Hals Museum. Elke dag komen de vrijwilligers langs om de bloemenvazen te vullen, te verversen, opnieuw te steken. Tot de vaste collectie van het Frans Hals museum behoren twee schilderijen over de gekte van de Tulpomania. In februari 1637 stortte de handel in tulpenbollen opeens in. Wat bleek? De bloedrode vlammen op de Semper Augustus, Victoria en andere tulpen werden veroorzaakt door luizen. Zodra dit bekend werd probeerde iedereen zijn tulpenbollen halsoverkop te verkopen. Veel speculanten verloren een fortuin en bleven met schulden achter. Schilders en tekenaars dreven de spot met de tulpenhandel op hun doeken en prenten.
Mooi verbeeld zien we dit op de ‘’allegorie op de tulpengekte’’, een werk van Jan Breughel en behorende tot de vaste collectie van het Frans Halsmuseum. Het is een doek vol dwaze apen. Apen onderhandelen over de prijs voor een tulpenbol. Apen tellen geld. Rechts onderin staat een aap op tulpen te plassen om de spot te drijven met de tulpomanie.
Op een werk van Hendrick Gerritsz Pot ‘’Flora’s mallewagen” (1640 ) rennen boze wevers achter een mallewagen, een door Simon Stevin ontworpen zeilwagen waarmee prins Maurits van Oranje met een snelheid van 50 km per uur van Scheveningen naar Petten vaarde. Op deze mallewagen zitten dwaze figuren rondom de godin Flora. Leckebaert kan het drinken niet laten, Graegrijk houdt een zak met geld in zijn hand en Liegwagen verkoopt praatjes. Dame Vergaer weegt al haar geld. Dame IJdele hoop houdt een vogel in haar hand. De mallewagen zal spoedig in zee verdwijnen zoals ook de tulpomanie gedoemd is kopje onder te gaan. Op de achtergrond zien we de Sint Bavo kerk van Haarlem.
De topstukken van het museum zijn de vijf schuttersstukken van Frans Hals. Deze schilderijen zullen binnenkort onderzocht worden met speciale scan-apparatuur. Frans Hals was de meester in het snapschot, het snel weergeven van figuren. Ze kijken je als het ware aan. Het is alsof ze echt leven. Frans Hals doet dit zeer verfijnd. Hij heeft de figuren weer zoals ze zijn.
Het beeld van China in de Gouden Eeuw
De tentoonstelling Barbaren & Wijsgeren belicht de wederzijdse beeldvorming die ontstond uit de eerste contacten tussen Chinezen en Nederlanders. De Nederlanders waren gefascineerd door het ‘exotische’ China en hun eeuwenoude cultuur en kennis, hoewel lang niet alles even makkelijk werd geaccepteerd. Ook de Chinezen vormden na hun eerste ontmoetingen een beeld van de Nederlanders, die als ‘roodharige barbaren’ verbazing wekten. Een keur aan schilderijen, tekeningen, porselein en modellen brengt de culturele uitwisseling in kaart. Deze tentoonstelling is te zien in het Frans Hals Museum van 25 maart tot en met 20 augustus 2017.
In de zeventiende eeuw was Nederland een spil in een wereldwijd netwerk van handelsrelaties. Dit kwam tot uitdrukking in wat er werd verkocht, gemaakt, getoond en ervaren. Centraal staan de eerste contacten tussen Nederland en China. Als een van de weinige Europese landen had Nederland in de 16de en 17de eeuw contacten met het Chinese Keizerrijk. Tegenwoordig kijken veel Europeanen bewonderend en soms verbaasd naar China en de economische vlucht die het land neemt. Producten met het label ‘Made in China’ zijn een onmisbaar onderdeel van ons dagelijks leven, maar het beeld van het land is minder concreet. De Chinese taal, tradities, filosofie en de ouderdom van de Chinese beschaving zijn niet makkelijk in te passen in het westerse wereldbeeld. Deze situatie is vergelijkbaar met de 17de eeuw, toen Chinese producten voor het eerst een alledaags onderdeel van Nederlandse huishoudens werden en rijk geïllustreerde boeken over China ongekend populair bleken. Chinees porselein heeft invloed gehad op het Delfts blauw. Zo zijn er in het museum heel wat Chinese figuurtjes afgebeeld op de tegeltjes aan de muren. De tulpenvazen van designer Jing He, een videokunstwerk van Evelyn Taocheng Wang en de vormgeving van kunstenaar Hans van Benten tonen een hedendaagse wisselwerking tussen Nederland en China.
Monique van Royen stelde het moderne ceramische werk met de prachtige bloemstukken, de 16e -17e -eeuwse schilderijen en het oud mannenhuis en de tentoonstelling “China- Nederland” op een zeer interessante manier voor.
Info: http://www.franshalsmuseum.nl/nl/
Perscontact : Monique van Royen coördinator marketing en communicatie: m.vanroyen@franshalsmuseum.nl
***
Bezoek Jopenkerk, bierbrouwerij en café.
Na het bezoek aan het Frans Halsmuseum werden wij ontvangen in de Jopenkerk, gelegen aan de Gedempte Voldersgracht.
In deze voormalige vrijzinnig hervormde kerk uit 1910 is sedert 2010 de bierbrouwerij van het Haarlemse Jopenbier ondergebracht. Met behulp van de proefbrouwerij van de universiteit van Leuven en aan de hand van in het gemeentearchief teruggevonden middeleeuwse recepten uit 1407 (Koyt) en 1501 (Hoppen) werd het nostalgische Jopenbier ontwikkeld.
Dit gebeurde ter gelegenheid van de 750 jaar stadsfeesten in 1995.
De BFTP-groep wordt in het restaurant, prachtig gelegen op een tussenverdieping in de Jopenkerk, aan een proeftafel ontvangen door gastheer Jelle.
Met een schaal heerlijke bitterballen wordt een fors glas Tulpomania-bier geserveerd.
Dit speciaalbier is het aandeel dat Jopenbier levert aan de toeristische marketing-samenwerking van Keukenhof-Haarlem Marketing-Frans Halsmuseum en Jopenbier zelf.
Deze Jopenbier-variant wordt ook geproduceerd in de brouwerij in de kerk. Heel bijzonder is dat de receptuur afkomstig is van de voormalige brouwerij Het Schaepje in Luik. Bij het brouwen van dit bier wordt gebruik gemaakt van speltgraan waar normaal tarwe of gerst in wordt verwerkt. Het biertje heeft een meer dan heerlijke smaak, zo reageert de groep.
Gastheer Jelle vertelt verder enthousiast over het succes van het Jopenbier… zo genoemd naar het uniforme vat van 112 liter dat in de middeleeuwen in Haarlem werd gebruikt, door de meer dan 100 stads-brouwerijen, om het bier op de schepen efficiënter te kunnen verstouwen.
Jopenbier is zo succesvol gebleken dat er nu reeds meer dan 60 variaties worden gebrouwen.
Hoppenbier, Gerstebier, Mooie Nel, Koyt, Adriaan Wit, Extra Stout, Lentebier, Malle Babbe, 4-Granen Bokbier, Trinitas Tripel, Hop Zij Met Ons (glutenvrij), Oost Indië Porter, Johannieter, Ongelovige Thomas. Jacobus Rogge Pale Ale enz.
In de kerk vindt het brouwproces grotendeels plaats, getuige een tiental enorme ketels met leidingen, die blikvangers voor de talrijke bezoekers zijn. De ruimte waar de flessen en vaten worden gevuld bevindt zich —evenals nog een proefcentrum — op een Haarlems industrieterrein. De totale productie is op dit moment ruim 15.000 hectoliter per jaar en ook de export gaat in stijgende lijn. Jopen Crafting Divine Beer, Recipe 1407 is de internationale slogan die met veel succes wordt gehanteerd.
Het oudste recept van 1407 is dat van het Jopen Koyt bier. Dit is voor dat hop als conserverings- en smaakmiddel vanaf rond het jaar 1500 werd ingezet bij het brouwproces. Jopen Koyt is een z.g. gruitbier met kruiden zoals gagel erin verwerkt.
Gastheer Jelle zorgt voor een rondje Koytbier en de aanwezigen proeven het enorme smaakverschil met het Tulpomania-bier. Met 8 ½ % is het best krachtig.
Brouwsels van de Jopenkerk vallen dikwijls in de prijzen, zo werd tijdens de Dutch Beer Challenge in Rotterdam op 5 april 2017, bekend gemaakt dat Jopen in totaal zes medailles in ontvangst mocht nemen. 3x goud, 2x zilver en 1x brons. Met als hoogtepunt: gouden medailles voor Jopen Lentebier, Jopen Adriaan Wit en Jopen 4-granen Bokbier.
Info: www.jopenbier.nl
***
Haarlem praktisch
Erheen
Vanuit Brussel, Antwerpen, Gent, Hasselt is Haarlem bereikbaar met de trein.
Met de auto is Haarlem evenmin ver: 225 km vanuit Brussel.
Overnachten
Haarlem beschikt over hotels in verschillende prijsklasse.
BFTP-leden verbleven in de hotels Lion D’Or en het Amrath Grand Hotel. Beide hotels beschikken over stijlvolle kamers, vriendelijke bediening en een deugddoend ontbijtbuffet
Eten en drinken
Meneer Frans, Gedempte oude gracht 88-94
Jopenkerk, Gedempte Voldersgracht 2
Grand Café Brinkmann, Grote Markt 13
Stempels, Klokhuisplein 9
Algemene info Haarlem: www.haarlem.nl
Perscontact: Marjan Bos, Marketing & Communicatie mbos@haarlemmarketing.nl
Teksten: Tom Vermeiren, Marc Declercq & Peer Sips
Foto’s: Tom Vermeiren, Yves Verfaillie