Het land van de rode aarde
4290
post-template-default,single,single-post,postid-4290,single-format-standard,bridge-core-3.1.2,qode-page-transition-enabled,ajax_fade,page_not_loaded,,qode-child-theme-ver-1.0.0,qode-theme-ver-30.1,qode-theme-bridge,qode_header_in_grid,wpb-js-composer js-comp-ver-7.1,vc_responsive
 

Het land van de rode aarde

Het land van de rode aarde

Het land van de Rode Aarde: het zuiden van Groothertogdom Luxemburg

Dat buurland Luxemburg over een arsenaal aan troeven beschikt voor een ontspannende vakantie is genoegzaam bekend. Al vlug denken we dan aan klassiekers als de lieftallige Moezelvallei, het Müllerthal in Klein-Zwitserland, de groene bossen van de Ardennen en de hoofdstad Luxemburg zelf met de historische kazematten en een keur van prestigieuze musea. Alleen het zuiden van het land was lange tijd een blinde vlek op de toeristische kaart van het land.

Bakermat van de staalnijverheid
Belval site 6-EditBegrijpelijk misschien want hier lag het centrum van de ijzer- en staalindustrie met zijn talrijke ertsmijnen, walserijen, smelterijen en hoogovens. Hierbij denk je niet meteen aan idyllische paradijsjes, maar aan walmende schoorstenen, rookpluimen, schachtbokken en hoogovens die de skyline bepalen. Net zoals in onze contreien werd de zware industrie, vanwege niet langer rendabel, ten grave gedragen en moest de overheid op zoek naar alternatieven. Dat deden ze ook in Luxemburg waar enkele oude mijnsites een nieuwe bestemming kregen. We namen een kijkje in het Land van de Rode Aarde, les Terres Rouges of met modernere tongval, de Red Rock Region. Eerste halte is Belval, een wijk van Esch-sur-Alzette, de hoofdstad van het zuiden. Hier, waar in 1996 de laatste hoogoven gesloten werd, werd een bijzonder project in de steigers gezet onder de ambitieus klinkende naam: Belval, City of Sciences, Research and Innovation. Vervolgens bezochten we Rumelange waar een interessant mijnmuseum op de oude mijnsite de deuren opende.

Het oude mijnbekken of de ‘Minette’
Dudelange, Schifflange, Differdange, Esch-sur-Alzette… Deze namen doen misschien niet meteen een belletje rinkelen, maar voor hen die een beetje vertrouwd zijn met de ijzer- en staalindustrie in het Luxemburgse en Lotharingse mijnbekken klinken ze als een klok. Hier was het, in de ‘Terres Rouges’, genoemd naar de kleur van het minerale erts in de bodem, dat vanaf het midden van de 19de eeuw de ertsaders werden ontdekt en tot exploitatie gebracht. Omwille van de niet zo hoge kwaliteit van het ijzererts gebeurde dat niet erg grootschalig, veeleer in vele ‘kleine mijnen’ zodat de streek ietwat pejoratief ook de naam ‘Minette’ (petite mine) toebedeeld kreeg. Net als bij ons of in naburige landen deed de regering een beroep op gastarbeiders, vooral uit verarmde streken uit Italië, om het loodzware karwei in de mijnen en de hoogovens te klaren. ’s Lands economie voer er wel bij, de welvaart steeg en de vraag waarom Luxemburg zoveel financiële instellingen telt, is meteen van de baan. Zoals bekend stortte de zware industrie in, de terreinen werden verlaten en bleven lange tijd verwaarloosd achter, totdat zich sinds kort een opmerkelijke ommekeer heeft ingezet. Belval is daar een voorbeeld van. Allons-y: on the rocks. The Reds!

Belval: stad van wetenschap, research en innovatie
Belval 8 -EditDe aanblik bij het oprijden van de site Belval waar eertijds rookpluimen de lucht in kringelden en machines trilden en daverden, heeft iets bevreemdends. Temidden van oude fabrieksloodsen, schachtbokken en andere relicten uit het tijdperk van de zware industrie prijken gloednieuwe, hypermoderne bouwwerken met veel glas of in wijnrode baksteen. Het effect is licht ontregelend en vooral prettig verrassend. Hier is iets vreemds aan de hand. En dat heeft alles te maken met een slim plan om op dit enorme terrein een City of Sciences, een stad van de wetenschap, te creëren. Daar is al erg veel van gerealiseerd, besef ik, als je bedenkt dat de laatste hoogoven pas in 1997 definitief dichtging. Inmiddels heeft ook de nog jonge universiteit van Luxemburg hier haar hoofdzetel ondergebracht en hebben een aantal onderwijsinstellingen, administratieve diensten en start-upbedrijven op de site hun intrek genomen. Er is zelfs een hypermodern station op de site gebouwd waar pendelende studenten met een shuttletrein in nauwelijks een kwartier in de hoofdstad zijn. Toch is het de bedoeling dat dit nieuw stedelijk project uitgroeit tot een plek waar werken, wonen en vrijetijdsbeleving een harmonisch huwelijk vormen. Dat hierover grondig is nagedacht en dat dit het welstellende groothertogdom een vorstelijke duit mag kosten, blijkt meteen als je een stapje zet op het terrein. Met groot respect voor het industriële verleden (en wellicht ook als hommage aan de vele arbeiders die land en streek welvarend maakten) smeden urbanologen en bouwmeesters oud en nieuw tot een eenheid. Smaken verschillen en wellicht wordt niet iedereen euforisch bij het zien van een lentefris gebouw in een brandweerrood kleurtje pal naast een vervallen, bunkerachtig overblijfsel uit voorbije tijden. Mij in ieder geval fascineerde het Esherachtige labyrint van de in elkaar grijpende, glimmende pijpen en buizen van de indrukwekkende hoogoven die boven de site uitrijst en trots aangeeft waar de site voor staat. Dat hij goede maatjes is met zijn buurman, een futuristisch ogende kantoortoren, bewijst dat oud en nieuw het in de 21ste eeuw goed met elkaar kunnen vinden. Knap staaltje van inlevende architectuur. De namen van de gebouwen – een en ander is nog under construction – zijn ook veelbelovend: House of Knowledge, Belval Plaza, Shopping mal, Utopolis (ultra modern bioscoopcomplex), Rock Hal (concertzaal), Avenue du Rock’n’Roll, Boulevard du Jazz …. Het moet gezegd: het geheel oogt bijzonder hip en jong, en dat heeft uiteraard ook te maken met de vele studenten die prominent in beeld zijn. Of de stad na collegetijd een spookstad wordt ofwel of de geesten hier de klok rond blijven knetteren, hebben we jammer genoeg (nog) niet kunnen uitvissen.

De Massenoire: bezoekerscentrum op Belval
Boeiend is alvast de tentoonstelling in het info-en bezoekerscenter, de zogenaamde ‘Massenoire’ waar je aan de hand van maquettes, een prachtige 3 D-film, audiovisuele apparatuur en archiefstukken een omvattend beeld krijgt van de hele geschiedenis van de ijzer- en staalindustrie in de streek. Daarna leidt een gids je over het terrein en geeft toelichting bij de verschillende gebouwen en gerealiseerde projecten. Hoogtepunt (ook letterlijk) van je bezoek is dan de klim naar hoogoven B (de laatst actieve van de twee) waar je vanop het platform op 40 m hoogte een prachtig uitzicht hebt op de hele site.

Rumelange: het Nationale Museum van de Luxemburgse ijzerertsmijnen
Rumelange.ijzerertsmuseum-Editlater rijden we het dorpje Rumelange binnen waar in het nog niet zo verre verleden een drietal ertsmijnen, zowel ondergronds als bovengronds, operationeel waren. Het hele domein waarop het museum ligt dat in 2014 geopend werd, is door hoofd- en zijtunnels met elkaar verbonden. Voor het museum staat een treintje klaar dat je via een lange tunnel diep in de mijn brengt. Na een half uurtje stappen we uit en wandelen door het ondergrondse gangenstelsel. Onderweg wordt op een tiental uitgekozen sleutelplekken halt gehouden waar de gids toelichting geeft over werkwijze, technieken, het stutten van gangen en galerijen, originele machines (boormachines, pneumatische hamers, explosieven…) en werkomstandigheden in de pikdonkere mijn. Door middel van poppen, gebruikte machines en informatieve panelen krijg je als bezoeker een goed beeld van de manier waarop het erts uit de lagen gebroken werd. Vervolgens werd het in kipkarren of bakken naar buiten gebracht waar het (vroeger met paard en kar, dan in treinwagons en nog later met speciaal uitgeruste vrachtwagens) naar de hoogovens getransporteerd werd. Het museumgebouw zelf waar je doorheen moet om naar de mijn te gaan, is rijk gedocumenteerd. Je komt er alles te weten over de geschiedenis van de mijn aan de hand van archiefmateriaal, het leven van de mijnwerkers, hun uitrusting (helmen, mijnlampen, werktuigen…).

Info:
Belval: City of Sciences and Blast Furnace: www.fonds-belval.lu, www.belval.lu, www.visitluxemburg.com en www.redrock.lu
Rumelange: Het Nationale Museum van de Luxemburgse ijzerertsmijnen: www.mnm.lu

Auteur: Guy Meus