02 okt Izegem: schoenen, architectuur en bier
Art-decosite Eperon d’Or, een voormalige schoenfabriek
Zaterdag 2 oktober 2021, een heugelijke dag voor BFTP. Sinds Koekelare hadden we elkaar niet meer ontmoet. Over de dader gaan we geen woorden vuilmaken of de naam uitspreken. Hebben we al meer dan genoeg over gehoord.
Onze eerste uitstap bracht ons op initiatief van Jempi Welkenhuyzen naar Izegem. Een stad in West-Vlaanderen, ruwweg tussen Ingelmunster en de agglomeratie van Roeselare. Alhoewel het stevig bebouwd is en flink geïndustrialiseerd biedt het meerdere perspectieven voor een bezoekje. En dit was waar 25 leden van BFTP naar uitkeken.
We zagen elkaar terug in de hal van de industriële erfgoedsite” Eperon d’Or. Vlug een koffie en een babbeltje en dan vlogen we erin met onze gids Mie Maeyens.
Izegem staat sinds jaar en dag bekend als de Belgische schoenenstad bij uitstek. Het gaat terug naar de 19e eeuw en een zekere Eduard Dierick mag zeker de titel krijgen als grondlegger van de Izegemse schoenindustrie. Zijn vakkennis ging over op verschillende enthousiastelingen. Overal in het Izegemse doken er ambachtelijke schoenmakerijen op. Na verloop van tijd , vooral uit noodzaak en efficiëntie , werd er gecentraliseerd in heuse fabrieken. Een ervan kwam er hier op de huidige Prins Albertlaan.
Emile Vandommele was een discipel van Eduard Dierick en richtte hier zijn schoennijverheid op. Zijn afstammelingen lieten in de jaren ’30 het voorgebouw optrekken in bijna zuivere art-deco stijl. Het voorgebouw kwam tot stand voor de bestaande fabriek en werd voornamelijk als kantoor gebouwd.
Tot 1967 werd er hier nog volop aan de schoenen gewerkt. Leegstand nadien werd gevolgd door het onvermijdelijke verval, het voorgebouw werd echter in 1999 geklasseerd. De stad Izegem kocht het gebouw op in 2005 en opende in 2017 niet met 1 maar met 2 musea de site. Er kwam op deze industriële erfgoedsite niet alleen het schoenenmuseum maar ook het borstelmuseum. Ook meegenomen is dat op de bovenste verdieping het bezoekerscentrum Leiestreek is gevestigd dat heel wat nuttige informatie in voorraad heeft voor de stadsbezoeker.
Tot aan WOII werd alles volledig met de hand gemaakt. Als zoon en kleinzoon van een ambachtelijke schoenmaker-schoenhersteller was het bijna thuiskomen voor mij. Alleen de geuren ontbraken. De speciale lage schoenmakersstoel voor de pikkel en het ambachtsmateriaal blijft boeien. We kregen het legendarisch stukje pek te zien dat een schoenmaker steeds in zijn zak had om samen met zijn els de zware draad te bewerken die de onderzool vasthield. Pek dat thuis geregeld op andere plaatsen was te vinden en meermaals aan mijn broek bleef kleven. Een van de bijnamen voor de mensen uit Izegem is trouwens” de Pekkers”.
Na WOII schakelde men deels over op machinaal werk en in de fabriekshal vind je ook een complete productielijn.
Veel aandacht ook aan het materiaal dat gebruikt werd. Leer van allerlei oorsprong. Het meest werd runds- en kalfsleer gebruikt. Er waren echter ook meer ongewone soorten die men gebruikte. Rog is er een goed voorbeeld van. We kwamen ook te weten dat hondenleer nooit werd gebruikt. Honden hebben geen poriën daardoor stinkt het vel enorm en kon het niet gebruikt worden in de schoenindustrie.
Schoenen werden meestal op bestelling gemaakt. Er kwam een ontwerp aan te pas met patroon.
De benedenverdieping is geheel gewijd aan de productie. Boven is de expositieruimte met aandacht aan enkele figuren die hun stempel drukten op de Izegemse schoennijverheid.
Hier vinden we Eduard Dierick terug. Hij vond een methode uit om schoenen waterdicht te maken. Illustere klanten van hem zijn Willem I van Nederland en Koning Leopold I. In het begin ging het beroep van schoenmaker gewoon van vader op zoon maar onder impuls van onder meer ene Leopold Hoornaert kwam er rond 1906 een echte vakschool.
Volg de evolutie van de schoen en sta stil voor een model dat speciaal gemaakt werd voor Liliane Baels , Prinses van Retie. Van haar toenmalige echtgenoot Leopold III is er ook een golfschoen. Vandommele was ook trots op zijn status van hofleverancier. Fier prijken op de voorgevel , hoog in de lucht aan beide zijden de wapenschilden van het Belgisch en Luxemburgs hof.
Spijtig genoeg komt er bij industriële voorspoed dikwijls een terugval. Met de schoenindustrie was het niet anders.
Eind 19e eeuw waren er nog 1300 echte schoenmakers in Izegem, verdeeld over de vele fabrieken. Nu is het ambacht quasi verdwenen. Vele oorzaken kunnen we opnoemen. Concurrentie uit andere landen, eerst met Italië later met het Verre Oosten. De hoge prijs, alhoewel een ambachtelijke schoen bij goed onderhoud reuzelang kan meegaan. Een ambachtelijke paar schoenen, op maat gemaakt, is als je ze nog kan vinden, een “ Le Creuset of Rolls Royce” onder de schoenen.
Gespecialiseerde schoenherstellers werden ook minder en minder gevonden. Ik herinner me nog mijn vader, op het hoogtepunt van de begin jaren ’60 , waren er in onze straat te Deurne samen met hem nog twee andere schoenherstellers gevestigd. Een schoenmakersuitdrukking was ook : “ Aan de schoenen herken je de persoon”.
Izegem heeft echter vlug een ommezwaai kunnen maken. Waar vele steden verdwaasd achter blijven na een verloren industrie met generatie, kromde Izegem snel de rug en trok andere disciplines aan. Heden ten dage kent men een bloeiende I.T. verwerkende industrie en er is ook nog de olieverwerking bij Vandermoortele.
Door tijdsgebrek, en de maag wil ook wat, hebben we ons beperkt tot het schoenfabriek. De groei en bloei van de Izegemse borstelindustrie is aan ons voorbij gegaan. Maar ik ben zeker dat velen onder ons wel eens zullen terugkomen om alles over borstels en bezems te weten te komen.
Het Bierkasteel
De lunch degusteerden we in het Bierkasteel. Kasteel Brouwerij Van Honsebrouck heeft hier een multifunctionele event-ontspanning- en belevingsruimte. De brouwerij staat onder meer voor gekende namen als “Filou” , Slurfke” “Brigand” en natuurlijk het “Kasteelbier”. De brasserie heeft verschillende gerechten met bier als smaakmaker en weet je niet goed welk bier het beste bij je gerecht past er is steeds professionele raad.
Voor BFTP werd er kozen tussen twee menu’s met een gevarieerde kruising tussen vlees en vis. Er mag zeker gezegd worden dat de bediening zeer vlot en vriendelijk verliep, wat soms met een groep al eens de mist kan ingaan. Tot slot werden we nog verwend op” de dag van de klant ”met een mooie attentie.
Interbellum wandeling
Met volle maag trokken we terug naar het stadsgedeelte waar we begonnen waren bij “Eperon d’Or”. Hier kregen we het gezelschap van gids Guy Hochepied die ons meenam in een toer door het “Interbellum”. Op een wandeling kwamen we de meest in het oog springende art-deco huizen uit Izegem tegen.
De geschiedenis van zo’n belangrijke schoenindustrie laat tot op vandaag zijn sporen na in Izegem. Niet dat dit in het oog springt, maar de hoogtepunten van de schoennijverheid brengen telkens ook een groei van de stad mee en nieuwe gebouwen (of vernieuwde) in andere architectuurstijlen. Lopend door de straten kom je dan ook zeer mooie voorbeelden tegen van neo-stijlen, modernistische architectuur, nieuwe zakelijkheid, art-deco, eclectisch, mengvormen, … Om enkele pareltjes op te noemen: het art-deco-kantoorgebouw van de fabriek Eperon d’Or (Prins Albertlaan 5) uit 1935 en het art-deco-St. Jozefscollege (Burgemeester Vandenbogaerdelaan nr. 53) uit 1936. Het eerste herbergt momenteel het schoenen- en borstelmuseum van Izegem en is een schitterend begin van een wandeltocht door de stad. Het tweede gebouw kan enkel van buiten bezichtigd worden. Tijdens de wandeling (of fietstocht) zal je nog vele woonhuizen tegenkomen die getuigen van het roemrijke verleden zoals in de Nieuwstraat nr. 20 en nr. 23 of op de Korenmarkt nr. 24 (om maar enkele uit de vele woningen te noemen), maar ook oudere arbeiderswoningen kennen kleine leuke architecturale details. In totaal kent Izegem zelfs 31 beschermde monumenten!
Een waaier aan toeristische activiteiten
Al deze ontdekkingen kan je rustig in je eigen tempo doen, maar zullen nog beter tot hun recht komen als je een begeleide gidstour door de stad maakt. Zo zijn er wandelingen omtrent de architectuur, de geschiedenis van de stad, over het arbeidsrecht of een baronnenwandeling, … Ook met de fiets kan je begeleid een tour maken waaronder een tocht met de architect Louis Verstraete als thema, een kanaalfietstocht of een fietstocht door Izegem en zijn deelgemeenten. Speciaal te vermelden hierbij is de fietstocht met grandeur rond het thema ‘Les châteaux d’Iseghem’. Het Izegemse grondgebied kan pronken met 4 grote kastelen: het Blauwhuis (huidige vorm uit 1880), Wallemote en het Wolvenhof (beide kastelen uit 1912) en Ter Wallen (uit 1906). Dit laatste kasteel is trouwens een ideale uitvalsbasis voor uw bezoek want het herbergt een bed&breakfast. Gezellig vertoeven in een unieke charme van een oud kasteel kan hier perfect gecombineerd worden met een duik in het zwembad, genieten op het zonneterras of rustig wandelen in het 4 ha grote bos op het domein. Maar dat is niet de enige overnachtingsmogelijkheid want Izegem telt momenteel 7 B&B’s en 2 hotels.
Geïnteresseerd in meer? Izegem biedt je binnenkort ook een uniek museum ‘Stoom en stroom’ aan in de oude electriciteitsgebouwen, direct op wandelafstand van het museum Eperon d’Or. En wie graag het aangename van terrasjes en lekker eten er nog bij wil, kan terecht in totaal 142 cafés, restaurants en eetmogelijkheden. En ‘last but not least’: Izegem kan prat gaan op 4 (nog werkende) bierbrouwerijen waarvan er kunnen bezocht worden.
Afsluiten deden we in het stadhuis. Hier gaf Schepen van Toerisme Izegem, Liesbet Bogaert, ons wat meer uitleg over het toerisme beleid van haar stad met alle mogelijkheden.
Samen klonken we op de eerste BFTP meeting sinds bijna twee jaar en op Izegem.
Dank voor de organisatie aan Toerisme Izegem en collega Jempi Welkenhuyzen.
Info: www.izegem.be/toerisme
Verslag: Gust Charrin (Eperon d’Or) en Ivo Siebens (Interbellum)
Foto’s: Hélène Van Hocht
Fotogalerij: https://www.bftp.be/persbezoek-bftp-aan-izegem/