Roemeense impressies
31763
post-template-default,single,single-post,postid-31763,single-format-standard,bridge-core-3.1.2,qode-page-transition-enabled,ajax_fade,page_not_loaded,,qode-child-theme-ver-1.0.0,qode-theme-ver-30.1,qode-theme-bridge,qode_header_in_grid,wpb-js-composer js-comp-ver-7.1,vc_responsive
 

Roemeense impressies

Roemeense impressies

Een nieuwe lente en een nieuw geluid

Paleis van het Volk, nu Parlement in Boekarest

Paleis van het Volk, nu Parlement in Boekarest

Een groot bord aan de groezelige Hongaars-Roemeense grens in West-Roemenië: halt aan de corruptie. Vrachtwagens schuiven af en aan, norse politieagenten stappen op onze bus en controleren op hun smartphone onze identiteit. De laatste stuiptrekkingen van het gehate regime onder dictator Ceaucescu en zijn gevreesde Securitate? De grens: een paar knullige officiële wisselkantoortjes op een stuk braakland, een fonkelnieuw tankstation en een hypermoderne supermarkt waar we de gewisselde Lei kwijt kunnen. Voor de ingang, open en bloot, zit een sjofel geklede man op een klapstoel met heelder pakken geldbiljetten te wapperen. Op een bord op zijn buik staat ‘s mans wisselkoers vermeld. Übergunstig. Wij durven niet. Illegaal. Het bordje, weet u. Op een ander bordje even voor de stad Oradea lees ik BUM DRUM wat ‘Goede reis’ betekent. Klinkt opgewekter. We zullen het op onze negendaagse rondreis door dit enorm uitgestrekte, maar ook onbekende land, nog vaker tegenkomen. Samen met gids Els toerden we door Transsylvanië of Siebenbürgen, de meest toeristische streek van het land met een handvol schattige stadjes, bezochten enkele beroemde kloosters in Boekovina, genoten van de prachtige natuur in de Zuidelijke Karpaten rond Sinaia en rondden de reis af met een bezoek aan de hoofdstad Boekarest. Natuurlijk kun je je in zo’n kort tijdbestek geen sluitend beeld vormen van de toestand van een land, maar dat er sinds enige tijd, vooral dankzij de toetreding tot de E.U. in 2007 en de daarmee gepaard gaande gulle euro-injecties, een gunstige wind waait, konden we zelf meermaals constateren. Over één zaak waren we het roerend eens: er valt hier en daar nog wel wat opknapwerk te verrichten, maar de vele vooroordelen over Roemenië als zou het een armoedig, grauw en gevaarlijk land zijn, moeten we dringend naar fabeltjesland verwijzen. En oh ja, voor vampieren moet je trouwens altijd een beetje uitkijken, vooral in de buurt van kastelen.

Dromerige stadjes

Romantisch Sighisoara

Romantisch Sighisoara

Zes van de zeven stadjes of burchten van ‘Siebenbürgen’, Transilvania in het Roemeens, waar tot de Tweede Wereldoorlog in grote delen nog Duits werd gesproken, hebben we bezocht. Ruim 600 jaar lang leefde in dit deel van het huidige Roemenië, naast een Hongaarse, ook een aanzienlijke Duitstalige bevolking die met de naam Saksen aangeduid werd. Het waren afstammelingen van middeleeuwse migranten uit merendeels Duitstalige landstreken. Het Duitse karakter is vooral in het bouwerfgoed nog tastbaar aanwezig. Erg romantisch vond ik het stadje Sighisoara (Schässburg) dat me met zijn klimmende straatjes, middeleeuwse toegangspoorten, wallen, torens en pastelkleurige huisjes vaak deed denken aan stadjes langs de Romantische Straße als Rothenburg of Dinkelsbühl. De wandeling over gemene kinderkopjes naar het grote plein met de klokkentoren en naar de mooie kerk, 117 trappen hogerop, is best pittig en mag je niet missen. Een gedenksteen op een huisgevel verwijst naar de historische Walachijse vorst Vlad Tepes II, de ‘Spietser’, die hier geboren zijn en als Dracula later carrière zou maken. Ook het middeleeuws ogende Sibiu (Hermannstadt) is een erg aantrekkelijke stad en was in 2007 overigens, samen met Luxemburg, culturele hoofdstad van Europa. Het is zondag en het enorme marktplein (Piata Mare) is omgetoverd tot een authentiek middeleeuws dorp waar oude ambachten tot leven gewekt worden en jongleurs hun kunstjes vertonen. Het plaatselijke ‘Bergenbier’ vloeit uit vele kranen. We worden zowaar vergast op de zwiepende folkmuziek van de Vlaamse groep Prima Nocta die op de ‘Gentse Feesten’ ook al furore maakte.

Gezellige terrasjes in Brasov

Gezellige terrasjes in Brasov

Ook het stadje Brasov (Kronstadt) gonst als een zwerm bijen in een Provençaals lavendelveld: de terrassen op het grote stadsplein naast de ‘Zwarte Kerk’ en in de winkelstraat met netjes gerestaureerde barokke gevels zitten tjokvol. Dit is ook het geval in Cluj-Napoca (Klausenburg), een mooie universiteitsstad, waar onze gids ons op de flaneerboulevard Eroilor de Transfiguratiekerk binnenloodst waar schitterende mozaïeken en jugendstilornamenten de aandacht trekken. Jugendstil, Weense Sezession of art nouveau, in Transsylvanië komt de liefhebber ruimschoots aan zijn trekken. Zo struinden we bijvoorbeeld in Oradea door de Zwarte Adelaar – galerij (Vulturul Negru), een heuse art-nouveauparel. En dan mag ik Târgu Mures (Neumarkt am Mieresch) niet vergeten waar het prachtige Cultuurpaleis (Palatul Culturii) aan de Rozenboulevard met zijn brede trappen, glasramen en ruime zalen een bezoek meer dan waard is. Dat heel wat Zevenburgse stadjes op de werelderfgoedlijst van de Unesco prijken, is best te begrijpen.

Kleurrijke fresco’s in de kloosters van Boekovina

Moldovita-klooster met fresco's

Moldovita-klooster met fresco’s

Zuster Teodora zou ons hoogstpersoonlijk door haar klooster gidsen. Dat had onze gids ons onderweg van Bistrita naar de provincie Moldavië al een paar keer meegedeeld. Op haar vorige reizen had ze het nonnetje in het klooster van Moldovita leren kennen en aldus was ze met haar bevriend geraakt. En daar staat ze dan, aan de poort van een van de mooiste kloosters van Boekovina, historische landstreek deels in Roemenië, deels in het nabijgelegen Oekraïne. Vanwege de kleurrijke en unieke fresco’s op de buitenwanden van de kerkjes met afbeeldingen van Bijbelse taferelen en heiligenlevens hebben ze Unesco-status verworven. Het jonge nonnetje is ‘Christogewijs’ van top tot teen verpakt in een gitzwart habijt – een soort boerka – en op haar hoofd draagt ze een kek hoedje en een afhangende sluier. Zo zijn nu eenmaal de kledingvoorschriften die de Roemeens-orthodoxe kerk haar zusters oplegt. Vervolgens krijgt Teodora het microfoontje opgespeld en levert ze in onberispelijk Engels deskundig commentaar bij de zo goed als intact gebleven, middeleeuwse fresco’s op de muren van het kerkje. Dat doet ze bij het fresco van De belegering van Constantinopel zo gloedvol en fel alsof ze persoonlijk de aanval op die vermaledijde Turken geleid heeft. Bij de rotduiveltjes, die in Het Laatste Oordeel – tafereel de gewogen, maar te licht bevonden zieltjes, listig het hellevuur proberen in te duwen, moet ik onwillekeurig denken aan de monstertjes van Jeroen Bosch of Pieter Breughel. Van het aimabele gezicht van het nonnetje en haar fonkelende ogen achter de brillenglazen heb ik in gedachten een fijn gepenseeld miniatuurtje geborsteld en het in mijn interne geheugen opgeslagen. Ook het nabijgelegen klooster van Voronet, bekend om de typische, diepblauwe kleur van de fresco’s, getuigt van geraffineerde middeleeuwse schildertechnieken. Voor de liefhebbers geen nood: er zijn er nog wel een tiental in deze wat afgelegen streek.

Een vieruurtje met vampieren

Kasteel van Dracula in Bran

Kasteel van Dracula in Bran

Het kasteel van Bran waar Dracula, officieel de zoon van vorst Dracul of Vlad II, in de fantasie van auteur Bram Stoker rondgespookt zou hebben, is een leuke setting om een gezellig horrorverhaal in elkaar te knutselen. Een vlijmscherpe tand in je hals geplant krijgen, beetje bloed hier en daar en dan deskundig op een paal gespietst worden, kan best wel spannend zijn, tenminste in griezelverhalen. Wij staan in een lange file voor het prachtig gelegen kasteel op een rotsige uitstulping temidden van heuvels en veel groen. Het weer leent zich perfect voor een aangenaam onderonsje met ‘de Spietser’: het miezert, het pad naar boven wordt glibberig en donkere wolken trekken zich boven het middeleeuwse slot samen. Timing en setting zijn perfect voor een lekker potje griezelen. Ik kijk even om of ik in de rij iemand met een aangescherpte hoektand ontwaar, maar noppes: ik zie enkel een lieftallige dame achter me met een puntgaaf gebit. Vervolgens wurm ik me door de enge gangen, smalle wenteltrappen en overvolle zaaltjes van het kasteel. Ik houd er wel een licht claustrofisch gevoel aan over en bedenk dat graaf Vlad zich over veiligheidsmaatregelen in zijn kasteel niet veel zorgen gemaakt heeft. De koffie op het terras van het restaurant beneden heelt gelukkig het verdriet om het gemiste rendez-vous. Dat de Roemeense koninklijke familie er begin twintigste eeuw haar intrek nam en het liet renoveren, hoeft niet te verwonderen want het kasteel dat zich bevallig tegen de rotsen aanvlijt, oogt bijzonder sprookjesachtig. Voor Roemenen is dit iconische kasteel topattractie nummer 1. Jammer van de kermisachtige sfeer aan de ingang waar plastic vampieren in alle vormen en maten (made in China) als zoete broodjes over de toonbank vliegen. Met de historische Vlad II Dracul die in zijn strijd tegen de steeds opzettende Ottomanen inderdaad over een efficiënte spietstechniek had ontwikkeld, heeft dit kasteel niets vandoen. Ook Bram Stoker is hier nooit geweest. Hij vond zijn inspiratie in Roemeense volksverhalen die zich rond de bloeddorstige vorst van Walachije afspeelden.

Versterkte kerken in het land van de Zevenburgse Saksen

Versterkt dorp en weerkerk in Härman

Versterkt dorp en weerkerk in Härman

Versterkte kerken, kerkburchten of weerkerken komen in de streek waar de zogenaamde Duitstalige Saksen zich in de 12de eeuw vestigden, erg veel voor. Een pracht van een weerkerk kun je bezoeken in het mooie dorp Biertan even buiten Sibiu. Ze is strategisch gelegen op een heuvel boven het pittoreske stadje met veel wijngaarden en omringd door metershoge muren, poorten en uitkijktorens waar de samengetroepte dorpsbewoners bescherming zochten tegen de herhaalde aanvallen van Tataren en Turken. Een juweeltje van een weerkerk met intacte ommuring bezoeken we in het dorpje Härman (Honigberg) waar je als het ware in een heus dorpje in een dorp terechtkomt. Je loopt door een brede toegangspoort met versterkte toren en kunt de weergang helemaal aflopen. Daar kun je gewoon de woningen binnenwandelen die de dorpsbewoners in geval van een aanval betrokken. Op de begane grond vind je voorraadkamers en zelfs een authentiek schooltje met landkaart, schoolboeken en bord terwijl een stem op cassette je in het Duits, de toenmalige taal in deze streek, vertelt over het leven in dorp en streek. De jonge Roemeense directeur van het museum heeft Duitse voorouders, spreekt zelf perfect Duits en beweert dat Luxemburgers in de cassettestem in het schooltje hun eigen taal woordelijk herkennen. Over taal gesproken: van het gesproken Roemeens zelf, weliswaar een Romaanse taal en dus verwant met pakweg het Frans, is zonder voorkennis nagenoeg niets te begrijpen, maar in geschreven vorm herken je in woorden als Bulevardul, Muzeul, Palatul, Centrul of Castelul meteen de Latijnse oorsprong. Toch wel even wennen, ook aan de diacritische tekens in de schrijftaal.

De Roma

Roma-paleizen in Huelin bij Cluj

Roma-paleizen in Huelin bij Cluj

Vlak voor Cluy in het dorpje Huedin houden we op de doorlopende hoofdweg even halt en schrikken wel even bij het aanschouwen van de talloze protserige villa’s die rijke Roma (want die zijn er kennelijk ook), daar neergepoot hebben. Op de daken van de grootste en meest patserige paleizen prijken op de torentjes die de glinsterende, zinken daken versieren, afbeeldingen of symbolen die het beroep van de bezitter illustreren. Een levensgrote Mercedes-ster refereert aan de lucratieve nering van de bewoner die ongetwijfeld ‘in auto’s doet’. In de huizen die lang niet allemaal afgewerkt zijn, zien we weinig of geen beweging, wel in de zijstraten waar jonge Roma-meisjes in fleurige rokken, vergezeld van mannen met zwarte hoeden, het beeld bepalen. Foto’s nemen van de huizen mag, van henzelf niet. Dat maken ze met getier en drukke gebaren snel duidelijk. Ondanks de vele pogingen van de overheid om de Roma-bevolking tot integratie en aanpassing aan de moderniteit te bewegen, blijven de meesten zich volgens onze gids toch nog steeds vastklampen aan ingewortelde, eeuwenoude gebruiken. Velen raken daardoor nauwelijks uit de marginaliteit.

Boekarest, een moderne hoofdstad

Boekarest Zetel van de Patriarch van de Roemeens-orthodoxe kerk

Boekarest Zetel van de Patriarch van de Roemeens-orthodoxe kerk

Mijn eerste kennismaking met de hoofdstad heeft me, ook weer heel anders dan verwacht, aangenaam verrast. Prestigieuze boulevards, tal van prachtige gebouwen, parken met dansende fonteinen en uiteraard het controversiële Paleis van het volk, het uithangbord van het communistische ‘arbeidersparadijs’ onder Ceausescu en eega Elena. Ondanks het megalomane karakter van het bouwwerk en de wetenschap dat het tot stand kwam terwijl de bevolking armoe leed, is de rondleiding door het onmetelijke paleis, nu nationaal parlement en congresgebouw, toch wel een revelatie. De zalen met diverse soorten prachtig Roemeens marmer, edele houtsoorten en immense kroonluchters getuigen van Roemeens vakmanschap. Een aanrader is alvast een wandeling door het oude hart van de stad, de bruisende Lipscani-buurt, genoemd naar voormalige handelaren uit Leipzig, en nu de hippe uitgangs- en artiestenbuurt. Het is er gezellig flaneren langs de vele boektieks, uitnodigende cafés, restaurants met terrassen, hippe kroegen, antiquariaten en kunstgaleries. Het intieme Stavropoleos-kerkje mag je zeker niet overslaan en een goed glas uit de eigen brouwerij van de Casa cu Bere of Bierkar, een beroemde jugendstiltaverne, al evenmin. Dat Boekarest en vooral dan dit historisch gedeelte, dat tot de jaren 80 volledig vervallen was, in de goede, oude tijd in het interbellum ooit het epitheton ‘Le petit Paris de l’Orient’ droeg, is goed te begrijpen.

Succes gewenst

Jugendstil in Oradea

Jugendstil in Oradea

Met Roemenië gaat het de goede richting uit, bedenk ik als we via brede lanen en langs een heuse Arcul de Triumf naar de luchthaven rijden voor de terugvlucht. Er wordt verwoed gebouwd, er wordt gerenoveerd en gerestaureerd, het oude en rijke erfgoed wordt – als er weer geld is – mondjesmaat hersteld. Het land is na de val van het communisme duidelijk niet bij de pakken blijven zitten en heeft de steven gewend naar Europa. Van 1 januari tot 30 juni 2019 was het voor de eerste keer voorzitter van de Europese Unie en Klaus Johannis, ex-burgemeester van Sibiu, die einde november 2019 zijn tweede ambtstermijn als president aanvat, staat bekend als pro-Europees. Hopelijk vaart het land dat over zoveel troeven beschikt en pas sinds kort ‘herontdekt’ wordt, er wel bij.

Reis georganiseerd door ROC-opleidingscentrum i.s.m. touroperator Carolus-Reizen

Tekst en foto’s: Guy Meus