Rust en ruimte in de Marche
56267
post-template-default,single,single-post,postid-56267,single-format-standard,bridge-core-3.1.2,qode-page-transition-enabled,ajax_fade,page_not_loaded,,qode-child-theme-ver-1.0.0,qode-theme-ver-30.1,qode-theme-bridge,qode_header_in_grid,wpb-js-composer js-comp-ver-7.1,vc_responsive
 

Rust en ruimte in de Marche

Rust en ruimte in de Marche

Rivera del Conero: van Potenza Picena tot Ancona

Tra dolci colline & il mare

Gids Porto Potenza

De Rivera del Conero is misschien niet bij iedereen zo bekend, toch heeft de regio enorm veel te bieden voor een ‘allround holiday’. Meer dan 20 kilometer kustlijn, baaien met blauwe-vlag stranden en absolute aanrader: het Conero regionale park waar fauna en flora voor een overweldigend uitzicht zorgt over de Adriatische zee. Middeleeuwse stadjes liggen er relax bij. En kunst en cultuur, lekker eten en goede landwijnen zijn nooit veraf.  In de beperking toont zich de meester, zegt het spreekwoord. En dus kiezen we voor een combinatie van strand en gemeentelijke uitstapjes. Maar kiezen is ook verliezen. Ancona, Camerano of Osimo zullen voor een andere keer zijn. Ik laat me eerst op sleeptouw nemen in Potenza Picena en Porto Potenza. Nadien volgen Loreto en Sirolo. Andiamo.

Terras op de Conero

Elisabetta ontvangt met lokale producten.

Terrazza sul Conero, dat moet Potenza Picena zijn. Een heus kwintensens van de stad met het plattelandsleven, zee en heuvels, heden en verleden, kunst, agrocultuur en – toerisme. Niet te missen zijn het panoramisch uitzicht vanaf Belvedere il Pincio, de Piazza Matteotti met het gedenkteken van Scarfiotti, de kapel van Contadini en het Mugellini theater dat vlak naast het stadhuis ligt. Maar er wachten je vast nog andere verrassingen. Want wanneer je door de kraaknette straatjes flaneert, duiken er telkens weer kerken, villa’s of zelfs een heuse fototeca op. Mijn uitvalsbasis is Casa la Concia, een authentiek gerestaureerd huisje in de typische Marche stijl op vijf minuten lopen van het centrum. Elisabetta Manghini heet me warm welkom met allerlei lekkers uit de streek. Nadien volgt een ontvangst op het stadhuis aan de Palazzo Communale. Dit is de vroegere residentie van de bisschop.  Onder de verschillende kunstwerken die er worden bewaard in de zgn. Sala Giunta tip ik je de Madonna met het kind tussen de heiligen Martino en Rocco, een schilderij uit de 16e eeuw van Simone De Magistris.  De lokale overheid zegt mij er alles aan te willen doen om de stad op de toeristische kaart te zetten. En dus neemt gids Ilaria me mee naar het aanpalend Teatro Mugellini. Dat werd gebouwd tussen 1856 en 1862, ontworpen door G.Brandoni en vernoemd naar de bekende componist en pianist Bruno Mugellini, die afkomstig was van Potenza Pucini. Op de bühne zie je een mooi gerestaureerd gordijn gewijd aan de godin Minerva. Zij verzinnebeeldt Italië. Ze wordt geflankeerd door 2 figuren die de komedie en de tragedie voorstellen. Ook het plafond loont meer dan de moeite. Het prachtige canvas is geschilderd door Tinell.

Fototeca communale Bruno Grandinetti

Kodak Museum

Via smalle straatjes, herenhuizen en kerken belanden we bij Fototeca. Die is gehuisvest in de kerk van St. Catherine. Als de deur dicht is, moet je even aankloppen aan de overkant bij het drukkerijtje. Het fotomuseum herbergt een rijke verzameling aan kostbare camera’s die chronologisch tot de jaren ’80 van vorige eeuw staan opgesteld in kijkkasten . Het is een ongeziene privécollectie van Kodakmateriaal waar elke fotograaf stil van wordt. De kerkruimte wordt tevens gebruikt als tentoonstellingsruimte voor fotowerk.  Een ander verborgen pareltje is de Congrega dei Contadini. Gelegen aan de oostkant van het historisch centrum van Potenza Picena, onder de Jezuitenkerk van St. Stefanus, bevindt zich een prachtige kapel met grote gewelven en kleurrijke fresco’s, toegeschreven aan Benedetto Biancolini. Het was de ontmoetingsplaats van de lokale boeren en boerinnen destijds, maar wordt nu gebruikt voor concerten en exposities. Vlakbij is het klooster van Suore Dell’Addolorata, een klooster dat aan kinderopvang doet. Je kunt er alleen onder begeleiding binnen. De zusters weven er nog satijn en damast. De collectie weefgetouwen tonen je de techniek, maar staan er eerder stoffig bij.

Il Pincio Panorama

Eerst een lekkere pistachecroissant staande de koffie bij Mastri Fornai. Het bord zegt “sinds 1919” maar de bakker in huis is beduidend jonger. Hij kreeg de stiel van vader op zoon. Lekker dus. Daarna op pad langs het Monastero delle Benedetti. Het is er sereen stil wanneer ik binnen stap. Een luik als communicatiemogelijkheid. Maar dicht. Geen koekjes te koop vandaag, zo blijkt. Ook andere huizen kennen tal van verhalen. Denk aan de Hebreeuwse opschriften op gevels, het huis van Bisschop Bravi of een voormalig opvanghuis voor wezen. Een stadswandeling kan je niet eindigen zonder halt te houden aan het schaduwrijke plein van Il Pincio. De zgn. “Belvedere Donatori di Sangue” tonen je een fantastisch panorama van de zee tot Conero met de blauwe bergen enerzijds en de zee anderzijds is dit punt wel één van de meest indrukwekkende viewpoints in de Marche streek. Onder het toeziend oog in je rug van een zuil die vertelt hoe inwoners van Potenza Picena op zoek gingen naar het geluk in Buenos Aires. Uiteraard, hoort het dat je ook luistert naar je inwendige mens. Tussendoor een vers gebakje, een ijsje of een buon caffé, valt niet te versmaden. Overigens, een tip? Medio september is er het zgn. “Grappolo d’ Oro” waar alle de horeca je laat kennismaken met de regionale keuken en er tal van wijntastings zijn.

Porto Potenza

Zicht op Porto Potenza landwaarts.

Het bezoek aan de regio rond ik af met een wandeling langs het strand in Porto Potenza. Fijn zand en een kristal heldere zee, meer moet je niet hebben als toerist om te ontspannen. Dat hebben de locals ook zo begrepen. Ze kwetteren er lustig op los op de strandstoelen vanachter hun parasols. Op loopafstand vind je de 16e eeuwse haventoren, Torre del Porto, vlakbij de St. Annakerk. Een klein museum voert je naar de top waar je een prachtig uitzicht krijgt over 6 kilometer kustlijn. Nog bezienswaard is Villa Buonaccorsi, met zijn fraai geconserveerde Italiaanse tuinen.  En als je, zoals in de meeste badplaatsen, aan windowshopping wil doen, dan passeer je zeker Piazza Douhet, het centrale plein dat overdekt is met bomen. Altijd zo handig in zomertijd.

Buon Appetito

Wijngaard Casalis Douhet

De Marche ligt geprangd tussen de Apennijnen en de Adriatische zee. Klimaat en ondergrond zijn dus zeer geschikt voor wijn- en olijfbouw. Daarom hou ik halt bij Casalis Douhet, aan de Via Contrada Monte Corialano in Porto Potenza Picena. Dé roots van de “enologo” ! De boerderij telt 160 ha, waarvan 40 Ha voor de wijnbouw, evenveel voor de olijfgaarden en 80 Ha wordt ingezet als akkerland. De percelen worden gevormd door een medium zanderige ondergrond, maar door de lage heuvel met zicht op zee en de vele uren zon, vormt dit land een uitstekende voedingsbodem voor inheemse druiven als de witte Ribona of de Passerina, naast de bekende Pinot-Grigio of de Chardonnay. Ook de rode Multipulciano- en Sangiovesedruif, samen met de bekende Merlot en Cabernet Sauvignon doen het uitstekend. Casalis Douhet zweert bij de Guyot snoei.

Wijnkelders Casalis Douhet.

Dat betekent een relatief lage opbrengst, wat de kwaliteit ten goede komt. De gemiddelde druivenopbrengst per Ha is 8000 kg oftewel ongeveer 2 kg  voor elke wijn. Het wijnhuis dateert van 1899, maar men cultiveert hier sinds 1980. Op het etiket noteer ik de beschermde oorsprongsbenaming (BOB) die hier als “PGI” en “DO” door het leven gaat. “La vite… momento di vita”, heet het en bij Casalis Douhet wordt daar prompt “momento  d”insieme” aan toegevoegd, waarna het hele gamma, goed voor 12 wijnen, de proeverij passeren. En het moet gezegd: onder de kurk zit pure poëzie. Ik noteer er twee: Villa Casalis Colli Maceratesi Ribona. Deze witte 100 procent Macetino is een intense, aromatische wijn, met bloemige toets en geel fruit. Fris en vol in de mond met licht bittere afdronk, typisch voor deze druif. Bij rood onthou ik de Codriolano Rosso. Dit is een krachtige blend van Cabernet Sauvignon, Merlot en Multipulciano. Zacht fruit, dynamisch en kruidig, met mooi hout in de neus.

Restaurant Il Pontino buitenzicht

Of ze deze wijnen ook aanraden bij Ristorante Il Pontino weet ik niet, feit is dat dit restaurant me erg verrast. Doodgewoon aan de buitenkant, buitengewoon langs de binnenzijde. Je loopt er zo voorbij ware het niet dat ik getipt was. En dat zou zonde zijn geweest, want hetgeen Ottaviano Pellini hier op tafel tovert is absoluut top. Je kunt er à la carte een menuutje samenstellen. De lokale bevolking geniet van afhaal (d’asporto) en met I panini Gourmet kun je er ook langslopen voor een lekker aperitiefmoment. Gemiddeld ben je 30 euro kwijt. Een glas pro secco kost je amper 3 euro! Enkele tips: Tonno Tataki, Amberjack of een Spaghettoni “Pastifico Mancini”. Laat het smaken!

 

Riviera del Conero e Colli dell’ Infinito

Onze gids Massimo Paolucci.

Het nationaal park is een rots gebied aan zee met tal van wandel- en MKB-routes. Conero by Bike heeft zelfs elektrische fietsen, maar ik verkies het park te voet te ontdekken. Samen met mijn gids, Massimo Paolucci, die instaat voor de marketing van het gebied, stappen we de Passo del Lupo af. Dit pad, één van de 18 wandelroutes, staat met stip op nummer 1. Niet in het minst omdat je een adembenemend uitzicht krijgt op de landtong met zijn rotsen die onder de naam  de  “2 zusters” uit het water opduiken, maar ook omwille van de afdaling naar het strand van Due Sorelle. Je kijkt, bij helder weer, van hier tot aan de kust van Sirolo en Numana.

De route is goed aangegeven en loopt vlot, dus ook voor kinderen een leuke wandeling. Een tip? Vertrek vanaf het bezoekerscentrum, waar je een tentoonstelling wacht over de natuurlijk, culturele en historische bijzonderheden van het gebied. Best kies je ook voor de ochtend. Dan is het nog vrij rustig in het park en je trotseert ook de hitte.

Fauna en flora

Conero Natuur

Wilde dieren heb ik niet meteen gezien, maar mediterrane flora des te meer. Het beschermd gebied bevat eigenlijk in enkele kilometers de essentie van de Marche: van fluweelzacht strand ga je tot de heuvels en de rotsen, met zicht op de Adriatische zee en de Apennijnen. Ondertussen pluk je wat kruiden, zie je steeneiken en ceders, dennen en knoestige, eeuwenoude olijfbomen. Ook de rode jeneverbes gedijt hier goed en uiteraard is er de aardbeienboom. “ Niet voor niets wordt de streek “Conero” genoemd,” legt Massimo uit, “ Dat komt van het Griekse Komaros en betekent letterlijk aardbeienboom.” Boven op het uitzichtpunt zal Massimo me nog het verhaal van het zeemonster vertellen. Een mooie legende over sirenen en opgeslokte vissers.

Numana

Badplaats Numana

Alhoewel er diverse eet- en wijstops zijn in de buurt, rijden we drie minuten naar beneden, richting Numana. Onderweg passeren we nog een voormalig klooster, waar de binnenplaats een 11e eeuwse kerk verbergt. De sobere abdij van St. Petrus is intussen een bekend hotelcomplex geworden. Monteconero is zeker een halte waard, want het terras bij de American Bar biedt een uniek panoramisch view op de streek, het restaurant Merlin Cocai is aanbevelenswaard en ook de Spa blijkt een aanrader.  Maar Massimo neemt me mee naar het nabijgelegen Numana. Een schilderachtig plekje met een haven en het strand, een moderner stadsdeel en het alta bosgebied. De haven was al bekend ten tijde van de Grieken die met de Picenen handel dreven. Na de Romeinse overheersing en de Middeleeuwen sliep het stadje terug in. Totdat rijke Romeinse families het herontdekten in de vorige eeuw en Namana nieuw leven inbliezen als zomer resort. Nu is het dan ook een mondaine badplaats. Spring zeker eens binnen in het Antiquarium waar je 2500 archeologische vondsten uit de regio kunt vinden. Wandel door het centrum, geniet van het uitzicht en zoek een gezellig terrasje voor een koffie bij Morelli of een ijsje in de Gelateria Vergnano (sinds 1882 lees ik op de gevel)

Verse vis

Verse vis van Ricci

Mijn maag gromt en dat komt goed uit, want om de hoek valt mijn oog op een kleine viswinkel annex restaurant. “Pescato et fritto Ricci” loop je zo voorbij, ware het niet dat de file wachtenden mijn aandacht trekt. En het moet gezegd, een immer goed gezinde Fernando zorgt voor een uitstekende schotel gefrituurde verse vis. Hij fileert en bereidt alles voor je neus: van calamares, ansjovis, sardienen, tot tonijn. Kortom, de vangst van de dag. Gelukkig is er één van de zes tafeltjes vrij en kan ik me tegoed doen aan al dat lekkers uit de zee. Een wit wijntje mag daarbij niet ontbreken.

Oro liquido

Olijf proeverij

Vloeibaar goud. Zo kun je de olijfolie van de familie Gabrielloni omschrijven.  Het familiebedrijf ging van opa Marino (1955) over op Emilio en nu zijn de “vrouwen aan de macht” Elisabetta en Gabriella zetten de traditie voort, maar hebben ook gemoderniseerd. Naast het gamma aan top olijfolie hebben ze ook nieuwe producten ontwikkeld, zoals snoepgoed en cosmetica. Maar de molens persen nog steeds op dezelfde wijze de olijven in Recanati, via de Strada Provinciale een goed half uur rijden van Numana. De dames werden onderscheiden met de “Pink Planet Women Entrepreneur Prijs en aan de muur hangen tal van certificaten “goud” en “zilver” behaald op diverse wedstrijden met hun intussen zeer gegeerde olijfolie. Denk aan de Vigoro Monocultivar Piantone, om maar iets te noemen. Tijdens een informele tasting geeft de dames des huizes mee hoe je een goede olijfolie herkent. Uiteraard let je op de herkomst. Je kiest altijd extra vierge. Dat verwijst naar de zuurtegraad. Wat vertelt je de kleur en hoe ruikt de olie. Als er defecten inzitten, ruikt de olie stoffig, ranzig, zelfs modderig. Kijk ook naar de oogstdatum, want goede olijfolie blijft slechts anderhalf jaar goed. Uiteraard moet je proeven. Best uit een bekertje, zonder brood. Dan smaak je de gebalanceerde aroma’s het best. Let op de juiste mix tussen fruitig, bitter en scherp. Voel ook een prikkeltje in de keel.

Pigini is pure passie.

Pigini accordeon concertje

“And now for something completely different” hoor ik zeggen. En inderdaad, zwoelstrakke tangomuziek, maar ook  de heldere harmonie van de Tarantellabij accordeonmuziek vind ik altijd wel leuk.  Castelfidardo is onlosmakelijk verbonden met de accordeon. De afstand van Recanati naar Castelfidardo bedraagt slechts 11 kilometer. En ik laat me op sleeptouw nemen naar de accordeonfabriek van la famiglia Pigini. Vakmanschap is meesterschap. Zoveel is duidelijk wanneer ik er word ontvangen door Frederigo Pigini, productiemanager en opvolger van Massimo Pigini, die met heel zijn wijsheid nog steeds aan boord is als “il presidente” van de compagnie. Gedurende 76 jaar werkt het bedrijf aan de Via Carlo Marx met passie en volharding aan nieuwe modellen. Maar ook renovatie van oudere trekzakken komen nog aan bod. Gebaseerd op lange traditie van artisanale handenarbeid worden intussen ook innovatieve technologieën ingezet om de beste instrumenten te bouwen. Het bedrijf maakt zowel standaard- als zgn. convertor series.  En haast alle topmuzikanten hebben hun weg naar hier gevonden. Uiteraard mag een strookje “Marina” van Rocco niet ontbreken in de showcase, die ik tot besluit aan het bezoek kan bijwonen.

Blind proeven

Garofoli wijnsalon

“Degustatzione alla cieca” zegt een bord langs de weg. En nog: visite in Italiano / English tours. Dus duik ik nog even in de kelders van de familie Garofoli, waar men al vijf generaties lang wijnbouw beoefent. De kleindochter wil me wel ontvangen. Maar er komt straks een bus Amerikanen en dus gaat het op een drafje.  Het bekende verkoopspraatje volgt: we respecteren de traditie, maar volgen de markt en we produceren wijn volgens de moderne methodes. Dat betekent 1,2 miljoen flessen per jaar, oplage van 50 hectare wijngoed, waarvan deels eigendom en deels in pacht. De cantina is indrukwekkend. Ik noteer zes cru’s, evenveel “selezioni’s” en zes soorten bubbels. Tot slot is er sprake van vijf “linea” – (lijn) en twee “passiti” -zoete wijnen. Uiteraard maakt het bedrijf ook brandy en grappa.  De klassiek gemaakte brut rosé van verdicchio opent perfect als aperitief, waarna ik me de Macrina laat inschenken. Dit is momenteel de prijswinnaar van Garofoli. Eveneens de verdicchio druif, op stalen vat, past deze wijn bij wit vlees en zeevruchten.  Ik sluit af met een “Grosso Agontano”. Dat is een riserva van de Montepulciano druif, 12 maanden op eikenvat en 2 jaar verfijnd in de fles. Voor de “primi piatti”, de eerste gang, hoor ik, de truffel mag er zijn. Maar of ik dan wel afscheid nemen, want de autocar kan “al momento” aankomen.  Addio dus.

 

De basiliek van Loreto

Kunst en spiritualiteit

De basiliek van Loreto.

Op 30 kilometer van Ancona (Marche) ligt het bedevaartsoord van Loreto. Na Rome is dit wel de meest bezochte plek in Italië. Volgens een 15e eeuwse legende zou zich hier het geboortehuis van moeder Maria bevinden. Engelen zouden het uit Nazareth hebben getransporteerd begin 14e eeuw. En sindsdien zakken tal van katholieke gelovigen, niet alleen Italiaanse landgenoten, maar pelgrims van over heel de wereld, af naar dit stadje. Uniek aan de Basilica is dat het omarmd is als een militair fort. De kerk trok immers niet alleen pelgrims aan, maar ook geboefte dat het gemunt had op de rijke kerkschatten.

Ik vind een verwijzing naar een eerder verhaal dat dateert van de 12e eeuw. Toen stond er reeds een kerkje in Loreto dat toegewijd was aan Onze Lieve Vrouw. Meer nog zou een wonderdadig beeld hebben bestaan waar men smeekbeden tot richtte. En die uitleg lijkt me meer aannemelijk. Een weetje? Korter bij huis, nl. in Visé of in het Nederlands-Limburgse Thorn en Venlo heb je ook Loretokapellen. Hoe dan ook, vaak breiden pelgrimsoorden uit en dus ook in dit geval. De Basiliek van het Heilig Huis werd gebouwd en de zgn. woning van Maria kreeg een marmeren omhulsel voorzien van een meesterlijk reliëf door Renaissancekunstenaar Bramante. Niet alleen de basiliek maar heel de naaste omgeving is indrukwekkend. De Piazza della Madonna ligt op het hoogste punt van de stad, met centraal op het plein de Fontana Maggiore, een monumentale waterfontein in brons en marmer. Straatkunstenaars proberen wat geld in het laatje te krijgen met hun religieuze krijttekeningen. Ze kunnen inderdaad een aardig stukje tekenen.

Het Apostolisch Paleis

Loreto Apostolisch museum.

Ligt de basiliek aan het oosten van het plein, aan de overzijde, de noord- en westkant wacht het Apostolisch Paleis. Archivaris Fabio Dal Cin heet me welkom. Hij heeft het druk, maar legt in een notendop uit wat er zich allemaal achter deze muren schuil houdt. Met een fraaie publicatie in de handen geniet ik van beeldhouwwerken, sieraden, wandtapijten en majolica keramiek. In een apart luik worden, naast tal van andere werken, de collectie schilderijen van Lorenzo Lotto gepresenteerd. De meeste tentoongestelde voorwerpen blijken geschenken aan het Heilig Huis. De tijd roept en ik begeef me op pad naar de Wijnmakerij van Loreto. Die ligt verborgen in een zijstraatje. Hier wordt de bekende miswijn geblend en gebotteld. Maar pech, miscommunicatie, wie zal het zeggen, ik sta voor een gesloten deur. Of ik namiddag nog kan terugkomen? Helaas, ik hou dit bezoek nog tegoed, is mijn antwoord. Ook het Museo Storico Aeronautica zal voor een volgend keer zijn. Nochtans één uit de duizend wanneer je liefhebber bent van militaire uniformen. Hele collecties luchtmachtkledij van alle rangen en standen zijn hier nauwgezet verzameld.

Einde traditie?

Loreto is verder nog bekend voor de export van handgemaakte, religieuze objecten in zilver en hout. Die worden wereldwijd verkocht. Een ambacht dat verloren dreigt te gaan is dat van de artisanale rozenkransen. Die gebedssnoeren worden nog met de hand gemaakt door geschoolde vrouwen. Maar dit stukje traditie dreigt te verdwijnen door de mode van deze tijd. Ook het feit dat de paternosters meer en meer machinaal worden gemaakt, waardoor goedkoper, speelt hierbij een rol, heet het.

Qualità Amore

Qualità Amore winkel restaurant en grillhouse.

Oftewel het lekkerste vlees van de slager. Het concept bij Villa Musone  aan de Via Carducci is even simpel als geniaal. Typische merkproducten van de Marche in de winkel, andere kwaliteit van vlees in het restaurant en overnachten in één van de representatieve kamers. Alles samen onder 1 dak! Spraakwaterval Giuseppe Cingolani ontvangt me met open armen. Een man met liefde voor het vak. Ik voel met meteen thuis. Dit is dan ook zoveel meer dan een slagerij cq restaurant. Hier gaat het over passie voor het product en de keuken. “ Dat begint al bij het juiste weiland, de manier van fokken en het kiezen van de mooiste dieren. Ik let op elk detail, van de stal tot in de slagerij. We brengen dagelijks vers vlees in de toog en zorgen voor variëteit op het bord. “Ik ga voor ossenvlees dat 15 dagen gerijpt is. Voor de grill gebruikt Giuseppe houtskool van de Serafino en Verano oven. En dat proef je. De smaak, het parfum; van buiten met een randje vet, vanbinnen stevig, maar mals en vetarm. En begeleid van het typische platbrood Crescia. Een lichte lokale rode wijn rondt af. Top!

Middelbare school

Hotelschool Einstein met directie, medewerkers en bezoekers.

Afsluiten doe ik in de middelbare school “Instituto di Istruzione Superiore Einstein Nebbia, waar men een afdeling “Hotel-Restaurant” heeft. Ik krijg er uitleg over “enogastronomia”, verkoop en webmastering. De gastvrijheid in de toeristische sector is groot, even zo de dynamiek in de school. De vibe, de atmosfera voelt goed in deze school. De leerlingen worden geënthousiasmeerd door nieuwe educatieve technieken. En men is hier minder strikt. Niet alleen het à la carte wordt onderwezen, maar er is ook aandacht voor tewerkstelling op termijn in pizzeria’s, pubs, grillrooms of traiteurs of iets te noemen. Uiteraard is er actuele aandacht voor grootkeukens, een plek waar nog steeds behoefte is aan chefs met kennis van kosten-baten. Een diner met de docenten rondt mijn reis af. De cirkel is rond.

Info: https://taste-italy.be

Perscontact: Gabriele Pellegrini  gabriele@pellegrini.be

Tekst en foto’s: Jempi Welkenhuyzen