Stadswandeling Diksmuide 15 oktober
64685
post-template-default,single,single-post,postid-64685,single-format-standard,bridge-core-3.1.2,qode-page-transition-enabled,ajax_fade,page_not_loaded,,qode-child-theme-ver-1.0.0,qode-theme-ver-30.1,qode-theme-bridge,qode_header_in_grid,wpb-js-composer js-comp-ver-7.1,vc_responsive
 

Stadswandeling Diksmuide 15 oktober

Stadswandeling Diksmuide 15 oktober

BFTP bestaat 30 jaar en dat werd gevierd met een studiebezoek aan Diksmuide. Na een warme tas koffie  in het stadhuis van Diksmuide trotseerden we de ons niet meer vertrouwde gure noorderwind en gingen we op stap met Bart de stadsgids.

Diksmuide is een stad die naar vele wegen leidt. Reeds in Romeinse tijden sprak men over de Boterstad. Daarom ook dat vele oorlogen de stad overvielen. De grootste impact kwam er toch met de Eerste Wereldoorlog die de stad compleet in puin legde. Een eerste optie was de stad te herbouwen juist naast de ruïnes, maar velen waren na de oorlog  reeds teruggekeerd naar de verwoeste stad. Daarom koos men voor een totale heropbouw na het ruimen van puin en oorlogsrelicten.  De historische wederopbouw was van de hand van architect Jozef Viérin. Hij koos voor een neo-Vlaamse renaissancestijl. Niets is deze stad is meer dan 100 jaar oud.

Vlaamse bouwstijlen

Sta je op de Grote Markt en kijk je om je heen, dan zie je veel van de oude Vlaamse bouwstijlen door de eeuwen heen in de meeste huizen. Een vreemde eend in de bijt is een rococostijl huis. Centraal aan vele huizen de trapgevels en de schouwen. Het stadhuis werd tussen 1923 en 1925 gebouwd. Het gebouw heeft kenmerken die verwijzen naar de gotiek en renaissance uit de late middeleeuwen. In 2014 kwam er een grondige restauratie en renovatie. Het Belfort is het kenteken van de wereldrijke macht van de steden in deze omgeving, zowel West-Vlaanderen als Frans –Vlaanderen.

Vlaanderen zelf was zeer rijk door de ligging aan zee en ook door de schapenteelt. Er was een bloeiende handel met Engeland i.v.m. de lakenindustrie, daardoor was men economisch verbonden met Engeland. Politiek behoorde men echter bij de Franse vleugel. Hierdoor kan men begrijpen dat er dikwijls compromissen moesten gesloten worden. Iets waar de Vlaming een meester is in geworden later.

Achter het Stadhuis staat de St. Nicolaskerk. Drie maal afgebrand. Bijgewerkt voor WOI. Vernield in WOI en terug opgebouwd maar in mei 1940 weer terug totaal verwoest. Ze werd heropgebouwd in gotische stijl. Alvorens de Grote Markt te verlaten nog een blik op het standbeeld van Jacques de Dixmude. Let vooral op de spelwijze van Diksmuide. Een niet zo’n onbesproken blad in Kongo Vrijstaat en later bevelhebber aan de IJzer geweest.

Grauwe Broeders

De Handzamevaart vervoegt in Diksmuide de IJzer en is ook een mooi wandelgebied in het stad. Aan de Grauwe Broedersstraat  zie je nog de uitsparingen in de brug die de genie in  de oorlog had gemaakt om explosieven te plaatsen. Door een gebrek aan communicatie zijn die er niet geraakt en konden de Duitsers vlugger het kanaal oversteken. De Grauwe Broeders verwijzen naar het klooster dat hier stond in 1453. Later werd dit huis aan het water  het huis van de Spaanse Kapitein genoemd toen de Spaanse Gouverneur er woonde  in de 16e eeuw. In WOI was het een verpleegpost die trouwens ook vernield werd. Nadien werd ook het huis vrij getrouw heropgebouwd. Hier ook zie je de bijkomende trapgevels en de tabernakelvensters in Vlaamse renaissancestijl.

Voor je de Vismarkt betreed zie je nog een andere brug met het wapenschild van de stad en de verwijzing naar het jaar 1921. Schuin over het replica van de vismarkt een kleine kapel met een verwijzing ter ere van de Zwartzusters voor hun 500 jaar dienst aan de mensen.

Verborgen parel

West-Vlaanderen telt drie begijnhoven. Naast Brugge en Kortrijk komen we hier in Diksmuide er ook één tegen. Het is niet zo groot maar enorm fotogeniek.  In de 13e eeuw werd het gesticht door enkele godvruchtige vrouwen. Hier aan de noordrand van Diksmuide waren ze dicht bij de Handzamevaart.  Niet toevallig want de begijntjes verdienden de kost met het wassen, bleken en bewerken van wol, laken en linnen. Ze overleefden stadsbranden en oorlogen en ook de Franse revolutie. Maar in WOI lagen ze letterlijk in de vuurlinie en werd het totaal verwoest. Het Begijnhof werd heropgebouwd in de oorspronkelijke stijl. Dit was ook mogelijk door Nederlandse steun. De VZW Steun aan België was een vereniging die in 1927 geld inzamelde onder de Nederlandse bevolking om financiële en materiële steun te geven aan de wederopbouw van Diksmuide. De actie had de naam” Dubbeltje voor België”. Aan de ingang is er een gedenkplaat met een Delfts tegeltje.

Nu is het Begijnhof  eigendom van de  vzw De Lovie, een organisatie voor ondersteuning van personen met een handicap.  Er is wel een geschenkenwinkel, kapel en een permanente tentoonstelling over het Begijnhof.

Zo eindigde ons uurtje door Diksmuide en konden we ons terug begeven naar het Stadhuis voor het verdere programma.

Tekst: Gust Charrin

Foto’s: Yves en Hélène