Catharijneconvent onthult ‘Het geheim van de Hollandse meesters’
61896
post-template-default,single,single-post,postid-61896,single-format-standard,bridge-core-3.1.2,qode-page-transition-enabled,ajax_fade,page_not_loaded,,qode-child-theme-ver-1.0.0,qode-theme-ver-30.1,qode-theme-bridge,qode_header_in_grid,wpb-js-composer js-comp-ver-7.1,vc_responsive
 

Catharijneconvent onthult ‘Het geheim van de Hollandse meesters’

Catharijneconvent onthult ‘Het geheim van de Hollandse meesters’

Sinds 14 mei loopt in het Catharijneconvent in Utrecht de tentoonstelling ‘Ode aan Antwerpen.  Het geheim van de Hollandse meesters’  De 80 topstukken van Vlaamse en Hollandse meesters tonen aan hoe kunstenaars uit Antwerpen aan de basis lagen van de bloei van de Hollandse schilderkunst in de 17e eeuw.

Onbekend

Conservator Micha Leeflang, foto Marco Sweering.

Bij ons staat het nog in de geschiedenisboeken, maar niet in de Canon van Vlaanderen en ook niet in die van Nederland.  Logisch dan dat weinig Nederlanders weten dat de 17e-eeuwse Hollandse bloeiperiode vooral te danken is aan de Antwerpse handelaars en kunstenaars die in de 16e eeuw  om religieuze redenen hun bloeiende stad ontvluchtten naar het religieus vrijere Noorden.  Fernand Huts van The Phoebus Foundation had zijn ‘moment de gloire’ toen hij bij de opening van de tentoonstelling aan koning Willem-Alexander stelde dat er zonder Antwerpen geen bloeiende 17e eeuw zou geweest zijn.  ‘Interessant’ vond de koning.

Antwerpen wereldstad

In de 16e eeuw was Antwerpen de belangrijkste handelsmetropool van West-Europa. De Kerk en de rijken bestelden schilderijen en zo ontwikkelde de stad zich tot een centrum van kunst en kunsthandel. De kwaliteit van de Antwerpse kunst was ongeëvenaard en de artistieke invloed reikte tot ver buiten de landsgrenzen.
De tweede helft van de 16e eeuw was echter een kantelmoment door religieuze en politieke onrust.  .

Kantelpunt

Frans Hals (Antwerpen, 1582- Haarlem, 1666), Dubbelportret van man met handschoenen en vrouw met zakdoek, 1637. Antwerpen, The Phoebus Foundation, foto Marco Sweering

De Nederlanden werden vanuit Spanje geregeerd door Filips II die de  godsdienst als bindmiddel zag voor zijn wereldrijk.  Met de inquisitie als repressiemiddel bestreed hij het protestantisme in de Zuidelijke Nederlanden.  Protestanten kregen vier jaar de tijd om zich te bekeren, zoniet moesten zij het land verlaten.  Als reactie tegen de steeds hardere repressie vielen protestanten in 1566 kerken en kloosters binnen en plunderden en vernielden alles.  Filips II was woedend om deze Beeldenstorm en hij stelde de Raad van Beroerten in.  Na een beleg van 14 maanden moest Antwerpen zich in 1585 overgeven aan de Spanjaarden.  Dit betekende de scheiding van de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden.  Het Noorden werd overwegend protestant en het Zuiden bleef katholiek en in Spaans bezit.  De blokkade van de Schelde door het Noorden maakte ook een einde aan de economische bloei van Antwerpen.  Vooral tijdens het beleg van Antwerpen vluchtten tussen de 100.OOO en 150.OOO kunstenaars, handelaars, geleerden,… naar het religieus tolerantere Noorden waar Amsterdam al snel de economische en artistiek leidende positie van Antwerpen overnam.

Nieuwe thema’s

Ode aan Antwerpen – foto Mike Brink

De tentoonstelling ‘Ode aan Antwerpen’  geeft een beeld hoe de Vlaamse immigranten in de 16e eeuw de kunst in het Noorden beïnvloedden en toont tevens de blijvende artistieke wisselwerking tussen de Zuidelijke en Noordelijke Nederlanden.  Na de Beeldenstorm werden  welgestelde burgers de nieuwe opdrachtgevers.  Antwerpse schilders brachten nieuwe genres mee zoals landschappen, kerkinterieurs, stadsgezichten, portretten en taferelen uit het dagelijks leven.  Volgens  conservator Micha Leeflang is het schilderij ‘Mozes en de Tien Geboden met de Antwerpse families Hooftman en Panhuys’ van Maerten de Vos, een werk dat het kantelpunt in de geschiedenis heel goed weergeeft:  ‘Het werk dateert uit 1575 en toont twee belangrijke Antwerpse protestantse handelsfamilies die zich rond Mozes scharen.  Na  de val van Antwerpen moesten zij de stad verlaten.  Zij namen hun rijkdom en welvaart mee naar het Noorden en dat betekende het begin van Amsterdam als handels- en kunstcentrum.’

Topwerken

Op de tentoonstelling hangen een 80-tal werken van o.a. Quinten Massijs, Pieter Coecke van Aelst, Pieter Aertsen, Hendrik de Clerck, Joachim Beuckelaer, Maerten de Vos, Frans Hals, Peter Paul Rubens, Rembrandt van Rijn,…

De helft van deze werken is afkomstig  uit The Phoebus Foundation van de Antwerpse ondernemer en kunstverzamelaar Fernand Huts.  Conservator Leeflang prijst zich gelukkig voor de samenwerking met The Phoebus Foundation zonder wie deze tentoonstelling niet mogelijk zou geweest zijn.  Andere  werken zijn afkomstig uit de collectie van Museum Catharijneconvent, het Mauritshuis, het Rijksmuseum, Museum Boijmans-Van Beuningen en het Snijders&Rockoxhuis.

In de tentoonstelling krijgen de werken enkel een nummer.  Bezoekers ontvangen een gratis bezoekersgids waarin de naam van het werk en van de schilder evenals een korte beschrijving staat.

Bij de tentoonstelling verschijnt ook de rijk geillustreerde publicatie ‘Van Antwerpen naar Amsterdam. Schilderkunst uit de zestiende en zeventiende eeuw, uitgegeven door Hannibal Books en onder redactie van conservator dr. Micha Leeflang.  Jeroen Olyslaegers werkte mee aan de audiogids.

In het kader van de tentoonstelling komt er ook een uitgebreid programma met lezingen door historici, kunsthistorici en schrijvers, teken- en schildercursussen, stadswandelingen en een samenwerking met de Vrije Academie en ILFU.

Praktisch:  de tentoonstelling ‘Ode aan Antwerpen’ in het Museum Catharijne Convent in Utrecht loopt nog tot 17 september.

Info: www.catharijneconvent.nl

Perscontact: Susanne Pieren s.pieren@utrechtmarketing.nl

Verslag: Rita Goethals