Delfstoffen in Limburg
52004
post-template-default,single,single-post,postid-52004,single-format-standard,bridge-core-3.1.2,qode-page-transition-enabled,ajax_fade,page_not_loaded,,qode-child-theme-ver-1.0.0,qode-theme-ver-30.1,qode-theme-bridge,qode_header_in_grid,wpb-js-composer js-comp-ver-7.1,vc_responsive
 

Delfstoffen in Limburg

Delfstoffen in Limburg

De provincie Nederlands-Limburg zoekt regelmatig een andere manier om toeristen naar het zuiden van het land te lokken. Zo publiceerde men eerst, in samenwerking met het lifestyle magazine Chapeau, twee reisgidsen over wandelen en fietsen rond water en wijn, nu volgt er een boekje rond ‘Limburg, de rijkste provincie met delfstoffen’.

Een niche onderwerp lijkt het, maar de auteurs Ludo Diels, Niek Bisscheroux en Lynthe Bekker  hebben toch voor beleving gezorgd. De locaties werden zo gekozen dat men nog alle facetten van delfstofontginning kon waarnemen. En het moet gezegd, een rijke historie in de grond, niet zwaar wetenschappelijk geschreven, kan de toerist een andere invalshoek bieden om ook eens op die manier naar Limburg te kijken. Overigens hoeft het niet verbazend te zijn dat de provincie dit onderwerp aanboort. Grind, mergel, turf, vuursteen, bruin- en steenkool, in Limburg vindt men dat allemaal.

Geen andere provincie in Nederland kent zo’n grote variëteit aan delfstoffen. Die delving heeft ook grote consequenties gehad voor het landschap en ook voor de architectuur, vanwege de keuze van materialen. Waar steenkool werd ontgonnen, ontstonden nadien hoge terrils, bij grindontginning werden het diepe plassen. Naar woningbouw idem dito:  de snel opkomende mijnindustrie leidde tot de bekende arbeiderswoningbouw, die kan gelinkt worden aan de Engelse tuinstadgedachte, de zgn. Tuinwijken. Restanten vindt men nog terug in het Parkstadgebied. Maastricht wordt dan weer de eerst industriestad van Nederland genoemd. Daar leidde de controverse tussen ideologieën tot ‘gekleurde’ wijken: Blauwdorp voor de katholieken, Rooddorp voor de socialisten. De industrialisatie leverde ook markante gebouwen op zoals de woonschool Ravelijn, de sigarettenfabriek aan de Tongerseweg, de Wiebengahal van Sphinx in de wijk Céramique, één van de eerste betonnen gebouwen in Nederland of het Eiffelgebouw in het Sphinxkwartier, waar nu appartementen zijn gehuisvest.

Die sporen en littekens zijn zeker vanuit toeristisch-recreatief interessant voor een bepaald publiek. De wisselwerking tussen ontginning, archeologie, bebouwing en architectuur, maar ook de impact op de natuur laat zich best beleven. De auteurs hebben er een leuk werkje van gemaakt, met telkens een kaartje, tips over de lokale horeca, een activiteit om te doen en waar men kan overnachten. Voor boeiende verhalen kan men ook telkens een QR-code inscannen, waarbij men wordt doorgeschakeld naar online-video’s en een app.

Een uitgave van Chapeau Magazine in opdracht van de provincie NL Limburg,  66 p,

ISBN 978-6443-195-7 € 12.95

Recensent: Jempi Welkenhuyzen