04 mrt Drive Your Adventure – Portugal
Vrijheid, blijheid
Na hun eerste roadgids Noorwegen die in 2020 bij uitgeverij Lannoo verscheen, mochten dezelfde auteurs, Clémence Polge en Thomas Corbet, voor de tweede keer enkele maanden gaan rondtoeren om een reisgids voor buskampeerders, hun doelpubliek, samen te stellen. De bestemming was nu Portugal en net als voor Noorwegen maakten ze de trip met een nagelnieuw, comfortabel Mercedesbusje van het type Marco Polo waarover ze gratis mochten beschikken . Leve de sponsor! Ze reden 9000 km door dit prachtige land en in deze gids vindt de lezer het relaas van hun avonturen. Het ‘nomadische’ levensgevoel van lekker relaxed en in eigen tempo in een busje rond te trekken, hebben ze goed weten te vatten.
Reis door Portugal in zeven etappes
Dat de twee jonge Fransen voor een rondreis door Portugal kozen, hoeft niet te verwonderen. Het is, zoals we al langer weten en ook nu uit hun gids blijkt, een land met een rijke cultuur en ronduit schitterende landschappen. Bovendien laat het land zich met een camper of kampeerbus (voorlopig nog) goed bereizen wat blijkt uit de talloze tips over unieke overnachtingsplekken in een vaak ongerepte natuur. Wild kamperen, toch het ultieme doel van de camperaar, kan er dus nog op voorwaarde dat je geen stoeltjes bovenhaalt of andere uitingen van sedentair gedrag tentoonspreidt. Dat blijkt voor Portugal heel goed mee te vallen want nagenoeg overal in het hele land hebben ze vrij kunnen kamperen. In zeven grote etappes en evenveel hoofdstukken doorkruisen ze het land zodat de lezer, in elk geval geografisch, een mooi beeld krijgt van een erg gevarieerd land. Starten doen ze in het noorden in de Douro-vallei om door te rijden naar het binnenland (de Beiras en de Alentejo). Dan volgt de zuidkust en gaat het weer noordwaarts naar Lissabon en omgeving. Dan komen de Costa da Prata en Porto (en omgeving) aan de beurt waarna met de parken in het noorden de reis wordt afgerond.
Actief en duurzaam reizen met een camper
Voor de reis definitief van start gaat geven de auteurs in een inleidend hoofdstuk een pak, vaak vanzelfsprekende, adviezen en raadgevingen die beginnende kampeerders in acht moeten nemen. Dan passeren de zeven routes in aparte hoofdstukken de revue. Elk hoofdstuk volgt zowat hetzelfde stramien. Na een korte inleiding over de streek (bijv. Langs de Douro) wordt op een kaart de te rijden route in stippellijn weergegeven, evenwel zonder wegnummering (die vind je wel terug in de teksten). Dat er voor elke etappe een andere kleur wordt gebruikt, is handig en lezersvriendelijk. Per etappe krijgt de lezer dan in de verhalende tekst informatie over tal van facetten van de streek. Als fervente natuurliefhebbers besteden ze ruimschoots aandacht aan de prachtige natuurparken in elke streek. Dat ecologisch verantwoord omgaan met de natuur en duurzaam reizen en ondernemen hoog in hun vaandel wappert, bewijzen de boeiende ontmoetingen met producenten van kleinschalige, ambachtelijke bedrijven. Druiven, wijn, olijfolie, amandelen, kurk, vaatwerk, tegels (azulejos) zijn nu eenmaal typische producten uit Portugal en de informatie erover is erg leerrijk. Voorts besteden de auteurs ook aandacht (een vijftal logo’s tonen de weg) aan sportieve activiteiten zoals wandelen, trekken, kajak-en kanovaren, stand-up-paddle (suppen!) en surfen. Vanwege de schitterende surfmogelijkheden aan de Atlantische kust wordt aan die sport erg veel aandacht besteed. De vermelding van de vele ‘nightspots’ met coördinaten is voor potentiële campertoeristen natuurlijk bijzonder nuttig en handig. Die vind je uiteraard niet terug in een klassieke campinggids. Soms wordt er wel eens een leuke bar, café of restaurant getipt, maar of je daar je kompas op moet richten, blijft voor mij toch even in dubio omdat hun eigen eetgewoonten (koffie, theetje, pannenkoekje, worstje, kaasplankje…) toch niet meteen als überbourgondisch te bestempelen zijn. In elk hoofdstuk wordt ook telkens een soort intermezzo ingelast waarbij de auteurs ‘het leven in een bus’ toelichten. Dat gaat dan over bijv. koken in een busje, wassen, douchen, standverwarming, reizen in de regen en ‘verbonden blijven’ met de buitenwereld. Voor iemand die ooit gekampeerd heeft, is die informatie erg evident. Nog even vermelden dat er ook een zelf samengestelde playlist via de streamingsservice Deezer te downloaden is.
Verzorgde lay-out en dromerige foto’s
Ondanks het feit dat de dagboekachtige verhalen af en toe wat belerend overkomen en de humor nogal flauwtjes is, is het boek erg vlot leesbaar vooral door de badinerende, soms licht samenzweerderige stijl, die gehanteerd wordt. Door zichzelf, hun Fernao (busje) en hun kat Nel (was er ook al bij in Noorwegen!) met naam en toenaam in het verhaal te betrekken ontstaat er al vlug dat gezellige of vertrouwen scheppende sfeertje van wij onder elkaar. De mooie, heldere, verzorgde bladspiegel met veel rustgevend wit, een aangename leesletter en de sfeerscheppende foto’s die het nomadische campergevoel kleurrijk tot uitdrukking brengen, zijn zonder meer sterke troeven. Maar dat het knappe steenrode Mercedes-busje om de vijf bladzijden in beeld moet komen, is des Guten zu viel. Daarover, neem ik aan, zal wel elders en hogerop beslist zijn.
Tot besluit citeren we op p.14 graag enkele woorden van de auteurs waar we het volmondig mee eens zijn: ‘Portugal is een prachtig land met een grote diversiteit aan landschappen, veel interessant cultureel en historisch erfgoed en allerlei leuke mogelijkheden voor outdooractiviteiten’. Dat het er voor campertoeristen goed toeven is, hebben de auteurs met verve bewezen.
Lannoo, Tielt, 2021, 223 p., € 24,99 , ISBN 978 94014 6702
Recensent: Guy Meus