Lonely Planet’s Gids voor de reisfotografie
18241
post-template-default,single,single-post,postid-18241,single-format-standard,bridge-core-3.1.2,qode-page-transition-enabled,ajax_fade,page_not_loaded,,qode-child-theme-ver-1.0.0,qode-theme-ver-30.1,qode-theme-bridge,qode_header_in_grid,wpb-js-composer js-comp-ver-7.1,vc_responsive
 

Lonely Planet’s Gids voor de reisfotografie

Lonely Planet’s Gids voor de reisfotografie

Wat u vooraf even moet weten

Ook als je een leek bent in het vak of als je technische knobbel niet helemaal volgroeid is, dan nog zul je in dit lijvige boek van de Australische topfotograaf Richard L’Anson, je gading beslist vinden, tenminste als je oog hebt of meer dan een gewone interesse voor een mooie foto. Daar zijn verscheidene redenen voor: niet in het minst de prachtige foto’s die L’Anson kwistig door het boek strooit, de no-nonsense stijl met vaak humoristische ondertoon, maar vooral toch door de heldere uitleg bij een thema dat – laten we eerlijk zijn – niet makkelijk toegankelijk is. Misschien vooraf toch een tip. Als u na het bekijken van een schitterende foto van het aurora borealis (p.45) zelf even het noorden kwijt bent en geestelijk licht ontredderd wilt afhaken, dan moet u dat vooral niet doen. Lees verder en besef dat de auteur een gelauwerde professional is die de halve wereld heeft rondgereisd, gepassioneerd met zijn vak bezig is en over apparatuur beschikt die met gemak een doorsnee fotowinkel te plattelande vult. Als je op reis vertrekt, hoef je ook niet meteen dezelfde uitrusting mee te nemen als de auteur. Samengevat komt die neer op twee spiegelreflexcamera’s (DSLR’s), zeven soorten lenzen, UV-en polarisatiefilters, een statief en een arsenaal aan geheugenkaarten (hij fotografeert enkel in het bestandsformaat RAW), laptopcomputer met het Adobe Lightroom- beeldbewerkingsprogramma, externe harde schijven en aangepaste tassen en zakken, want – hoewel lichtgevoelig – beweegt zich dat materiaal voorlopig nog niet op eigen kracht. En zo belanden we met die enkele begrippen uit het fotografenjargon al meteen in het boek zelf. Het woordje ‘jargonvrij’ in de zinsnede op het achterplatje ‘deze jargonvrije gids geeft een uitgebreid overzicht van alle aspecten van de reisfotografie’, neem je toch maar best met een grove korrel zout, maar als we ‘jargon’ vervangen door ‘technische informatie’, klinkt dat al veel hoopgevender of minder verontrustend.

De kunst van de fotografie

De kunst van de fotografie of hoe u ‘het perfecte moment vangt’ en u uw hoogsteigen moment de gloire digitaal vereeuwigt, heeft veel, zo niet alles, te maken met uw bedrevenheid terzake. Natuurlijk is er vaak ook een dosis geluk mee gemoeid (net op het juiste ogenblik op de juiste plaats), wat aangeboren talent en een zeker fingerspitzengefühl. In vier uitgebreide hoofdstukken maakt de auteur u wegwijs in de boeiende wereld van de fotografie. Hij gaat daarbij uit van de filosofie dat elk beeld een persoonlijk verhaal moet vertellen waarbij de gedachte ‘waarom neem ik precies deze foto en wat wil ik daarmee doen’ steeds op de eerste plaats staat. Of u nu daarvoor een kleine compactcamera, een bridgecamera, een spiegelreflex, een smartphone of een videocamera gebruikt, speelt geen enkele rol. Licht ontnuchterend, maar volledig correct is het oordeel van de auteur dat, ondanks de spectaculaire toename van de digitale fotografie, er daarom nog geen betere foto’s worden genomen. En dat heeft alles te maken met een beetje technische kennis en het begrijpen tout court van de elementen die nodig zijn voor de betere foto. Vat hebben op of controle over de echt creatieve elementen die het karakter van een geslaagde foto uitmaken zoals de correcte belichting (ISO, sluitertijd en diafragma-instellingen) is dus gewenst. Ben je bereid het veilige, maar minst creatieve domein van de automatische fotografie achter je te laten, dan is dit boekwerk een goede leidraad.

Wat u in het boek allemaal terugvindt

Over soorten camera’s, hun functies, lenzen, brandpuntinstellingen en accessoires heeft de auteur het in deel 1. Over belichting (de ISO-waarde van de sensor, het diafragma en de sluitertijd, de compositie zelf, het gebruik van het perfecte ‘licht’ en mogelijke compositie-en cameratechnieken gaat hoofdstuk 2 met als sluitstuk wetenswaardige dingen over opnames met smartphones en filmcamera’s. Als je wilt weten hoe je op je reizen het best mensen in beeld brengt, of onderwerpen als landschappen, dieren, natuur, gebouwen etc., dan is deel 3 best lezenswaard en leuk geschreven. Dat kan in de praktijk wel eens tegenvallen, vrees ik, want bij het fotograferen in galeries en musea (p.272) dien je meestal van de ene techniek op de andere om te schakelen afhankelijk van het beschikbare licht (zaal, display achter glazen wand…) en de mogelijke beperkingen. Een heel belangrijk aspect en inderdaad vaak nogal tijdrovend wordt behandeld in deel 4: ‘de fotografie na het reizen met klemtoon op de volgens de auteur noodzakelijke beeldbewerking. Wil je je foto’s delen of verkopen, dan krijg je van de auteur tot besluit nog een paar zinvolle tips.

Oordeel: Voor iemand die de eerste keer kennismaakt met digitale fotografie, in casu digitale reisfotografie, is de lectuur van dit boek een aanrader, maar ook geen sinecure. Wie zelf al aardig met zijn camera uit de slag kan of over het onderwerp via een fotocursus of het internet al meer van het onderwerp afweet, is de lectuur een leuke opfrissing en een welgekomen aanvulling op de ongetwijfeld vele lacunes op dit terrein. Wat de vele foto’s interessant maakt is de korte toelichting onder de foto over de gebruikte instellingen. Dat geeft de ietwat doorgewinterde fotograaf een indicatie over de technische kant van een goede foto. Een willekeurig voorbeeld op p.285: Café in Tunis: ‘DSLR, 24 – 70 mm-lens op 70 mm, 15 sec., f 8, ISO 400, statief’. Als u dus bij uw volgende bezoek aan exact diezelfde plek een kiekje maakt met identiek dezelfde instellingen, is succes meteen gegarandeerd! Dat mag u wel denken, maar zo eenvoudig is het allemaal niet. Maar de tijd dat nonkel Gustaaf op elk communiefeest met zijn kodakske de blits maakte – niet meer dan een droge klik waarna het ‘vogeltje’ wegfladderde – , is onherroepelijk voorbij. De oude, verschoten en vergeelde foto’s in het oude familiealbum zijn pure nostalgie. Shuttertime, aperture, scherptediepte: wie maalde erom?

Uitgeverij Lannoo, Tielt, 2018,  376 p., €  24,99 euro

Recensent: Guy Meus