Modemuseum Hasselt: We need to talk
62758
post-template-default,single,single-post,postid-62758,single-format-standard,bridge-core-3.1.2,qode-page-transition-enabled,ajax_fade,page_not_loaded,,qode-child-theme-ver-1.0.0,qode-theme-ver-30.1,qode-theme-bridge,qode_header_in_grid,wpb-js-composer js-comp-ver-7.1,vc_responsive
 

Modemuseum Hasselt: We need to talk

Modemuseum Hasselt: We need to talk

Mode weerspiegelt een tijdsgeest, vormt een verbinding met de huidige maatschappij. De inzichten en attitudes veranderen. En dus legt Modemuseum Hasselt de link tussen een 80-tal recent verworven collectiestukken en urgente thema’s als Me-Too, Black Lives Matter, de impact van de social media , in-en exclusie, of de klimaatcrisis. Alles wordt in een nieuw daglicht gesteld. “ De huidige maatschappelijke situatie dwingt musea de eigen praktijk te revalueren. Daardoor stelt men zijn eigen beleid in vraag en wordt de dialoog aangegaan met experten en het publiek,” aldus de Hasseltse schepen van cultuur Nele Kelchtermans. De basis is de eigen collectie, met recenter werk, waarbij grote namen worden getoond, naast eerder anonieme ontwerpers.  Om te verjongen werd er ook een focusgroep jongelui aangetrokken en wordt het publiek via een audioguide ook bevraagd. In een randprogramma wordt gewerkt rond upcycling, zijn er workshops en wordt er heuse mode gecreëerd.

De tentoonstelling is opgebouwd rond vier thema’s: plezier, nostalgie, verzet en eerlijkheid.  Ofschoon het vier gefundeerde en zware thema’s zijn, zorgt de scenografie voor een luchtig, gekleurde aanpak. Hoe interpreteren we vandaag een 19e eeuwse katoenen jurk, waarbij het katoen werd gewonnen op een plantage door slaven. Hoe ervaren we momenteel transparante jurken? Wat met mantels gemaakt uit bont en dierenhuid? Waarom is momenteel de ‘Quiet Fashion’ in opmars? Het komt allemaal aan bod.

Plezier

Conservator Anaïs Huyghe en Curator Eve Demoen

De relatie tussen mode en plezier is dubbel: zo is het fijn om je op te kleden, maar anderzijds roept het ook jaloezie op. In de 19e eeuw was het borduurwerk de beeldtaal, nadien volgde de labels en logo’s en intussen is er de zgn. ‘Quiet Fashion’. Wie er chic en rijk wil uitzien, doet dat nu zo subtiel mogelijk. Het is vooral de bedoeling dat je de juiste kledingkeuzes maakt. Denk aan een kasjmieren trui, een klassieke blazer en een mooie, lederen handtas. Aan elk item hangt een prijskaartje, maar alleen kenners weten dat. Een subtiele hint? Margielafans herkennen meteen de discrete vier steekjes in de rug.  En voor een kartonnen Botega Veneta betaal je vlot 2000 euro of wat dacht je van een Jill Sandertrui onder een Balmainblazer?  Ook meteen goed voor 1000 euro, de blazer niet meegerekend. Stille luxe dus, de Knokke-Off stijl, zeg maar. Moschino stak er eerder al eens de draak mee door op een Chaneltas de kleuren en het logo van Mc Donalds te plaatsen. Je zou voor minder ‘Quiet’ worden. Overigens, dresscode is nog zo’n verhaal. Terwijl dat vroeger strikt werd opgevolgd, is de zgn. casualisation intussen een feit. Je draagt waar je zin in hebt. Of dat nu naar een party is, dan wel op je werk.

Nostalgie

Teruggrijpen naar het verleden en de vroegere stijlen is een bekend modefenomeen. De renaissance werd geïnspireerd door de klassieke oudheid en in de 19e eeuw raasden in snel tempo vormen voorbij die verwezen naar modes uit vervlogen periodes. De expo toont voorbeelden van die nostalgische reflex. Zo herinterpreteerde Raf Simons tien jaar geleden bij Dior een iconische jurk. Idem bij ontwerpen van Christian Lacroix en Olivier Theyskens. De expo bevraagt de reden achter deze nostalgie en onderzoekt de hedendaagse voorliefde voor vintage en tweedehands. Soms geeft de recycling een bevreemdend gevoel, dan weer zorgen invloeden van subculturen, vermengd met elementen uit de architectuur, in de felle kleuren gevat, dat de jaren ’80 van vorige eeuw weer fris naar voren komen.

Verzet

Met o.m. Raf Simons

Mode en kledingkeuzes werden doorheen de tijd ingezet als middel van verzet tegen heersende (machts)structuren. Denk aan de bohemiens die zich afzetten tegen de status van de rijke bourgeoisie in de 19e eeuw of de punkbeweging die het liefst alles op de schop zag gaan. Denk aan ontwerpers als Vivienne Westwood en Rei Kawakubo. Naast deze aanvankelijke modevormen van antimode kwam plots ook het aspect van gendergelijkheid naar voren. Modemuseum Hasselt heeft naast de eerdere bekende namen tevens aandacht voor vergeten ontwerpers. Namen als Van Swae, Rouff, Laferrière of Schreiber zullen je weinig zeggen. Zij speelden destijds een belangrijke rol en leverden nochtans sterk maatwerk. Hun kennis en vakmanschap wordt getoond in kleurige miniboxen. ‘ Op het verwerven en onderzoeken van vrouwelijke makers wordt specifiek ingezet in ons beleid, “ aldus Karolien De Clippel, directeur van het Modemuseum Hasselt.

Eerlijkheid

En duurzaamheid zijn de laatste jaren geen loze begrippen meer. Vroeger dienden veren,  bont en andere dierenhuiden om ons te beschermen . Nu dit niet langer aan de orde is, dankzij de terechte inzet van de dierenrechtenorganisaties, is de sector overgeschakeld op imitatie. Daarbij wordt veel gebruik gemaakt van plastics. En dat is dan eveneens slecht voor de samenleving. De modesector is één van de vervuilendste industrieën ter wereld. Ondanks de inspanningen om mode duurzamer te worden blijft de uitdaging groot om een op snelle winst gedreven sector te veranderen. Denk aan de re- en upcycling, waarbij vintage wordt omgevormd tot nieuwe creaties.

Tot slot behandelt dit thema ook de schoonheids- en lichaamsidealen die de mode-industrie oplegt, de maakbaarheid van een lichaam aan de hand van fillers: kaaklijn-, oog-, lip- en andere fillers en de (re)acties van modeontwerpers tegen het totaalbeeld, dat hen wordt opgelegd.

‘We need to Talk about Fashion’ loopt van 23.06.2023 tot en met 18.02.2024’.

Info: www.modemuseumhasselt.be  –

Perscontact:  Wivina De Bus, via wivina.debus@hasselt.be

Tekst: Jempi Welkenhuyzen

Foto’s: Anne Marie Jacob